No abstract

We examine the evolution of early Meissen body, glaze, and colorant compositions using XRF measurements on three artifacts that can be accurately dated within the period between 1723ca.1740. The results are interpreted based on recipes recorded in the earliest documents of the Meissen archives. The pure Aue kaolinite contains low levels of titanium and can be distinguished from secondary clays e.g. clay from Colditz. The excess Ti in the glaze vs. the body reported earlier and confirmed by us is explained by the exclusive use of Colditz clay for the glaze as described in the recipes before 1730 providing a terminus ante quem for Meissen porcelain exhibiting this particular asymmetry. After 1730 the presence of elevated Ti in the body could serve as a marker for the experimental admixture of clays to Aue kaolinite to alter its This article is protected by copyright. All rights reserved. This is the author manuscript accepted for publication and has undergone full peer review but has not been through the copyediting, typesetting, pagination and proofreading process, which may lead to differences between this version and the Version of Record. Please cite this article as doi: 10.1111/arcm.12502 properties. Based on the detection of arsenic, barium and bismuth we suggest that smalt from Erzgebirge was the colorant for blue enamels until at least 1725.

4.5. Doorsteken 4.6. Modelleren 4.7. Bijwerken 4.8. Merken en stempelen 4.9. Drogen 4.10. Glazen 4.11. Bakken 4.12. Sorteren 4.13. Wassen 4.14. Emailleren 4.15. Verpakken 5. De productie en handel van kleipijpen: een stand van zaken vanuit Vlaams perspectief 5.1. Chronologie van de pijpenbakkerij in onze gewesten 5.1.1. Einde 16 de eeuw: van Engeland naar Holland 5.1.2. 17 de -vroege 18 de eeuw: in de schaduw van Holland en Gouda 5.1.3. De 18 de eeuw: pijpen bakken onder de Oostenrijkers 5.1.4. 1792-1815: een nieuwe impuls tijdens de Franse bezetting 5.1.5. 1815-1830: iedereen gelijk voor de wet tijdens de Hollandse periode 5.1.6. 19 de eeuw: Belgische succes onder invloed van Frankrijk 5.1.7. Epiloog: pijpennijverheid tot aan Wereldoorlog I 5.2. De Gentse pijpenbakkers in beeld 5.2.1. Chronologie 5.2.2. Pijpenmakers en pottenbakkers 5.2.3. Op wandel door de Gentse ateliers 5.3. Van producent naar consument 5.3.1. De vele wegen van een kleipijp 5.3.2. Kopen op merk 5.3.3. Kopen op naam 5.3.4. De prefab typologie: 19 de -en 20 ste -eeuwse handels-en bedrijfscatalogi Deel 3 : Hoe kleipijpen bestuderen? 6. Methodologisch kader 6.1. Onderzoeksmethodes vroeger en nu 6.1.1. Determineren, dateren en classificeren 6.1.2. registreren en beschrijven 6.1.3. Kwantificeren en analyseren 6.2. Naar een methode voor de Vlaamse archeologie 6.2.1. In de geest van Duco… 6.2.2. Van individuele kleipijp tot ensemble 7. Leidraad bij het dateren, determineren en beschrijven van de kleipijp uit Vlaamse bodem 7.1. Produceren en consumeren tussen twee invloedsferen 7.2. Pijpmodel 7.3. Andere technische en morfologische kenmerken 7

No abstract

No abstract