Depression in first generation labour migrants in Western Europe: the utility of the Center for Epidemiologic Studies Depression Scale (CES‐D)

Spijker, J.; Wurff, F. B. van der; Poort, E. C.; Smits, Carolien; Verhoeff, Arnoud P.; Beekman, Aartjan T.F.

doi:10.1002/gps.1122

Cited by 68 publications

(53 citation statements)

References 26 publications

Supporting

Mentioning

Contrasting

Unclassified

Order By: Relevance

“…Both from cross-national studies [37] and from studies in immigrant populations [29] evidence converges that patients may present with somatic symptoms, but will acknowledge psychological distress when asked specifically [13,25]. Specifically, this conclusion has been corroborated in Turkish citizens in Istanbul [44], Turkish immigrants in Germany [17] and Turkish immigrants in the Netherlands [40]. Our finding of comparable recognition of cognitive symptoms by non-Western study groups has also been affirmed in previous clinical-epidemiological studies.…”

Section: Discussionmentioning

confidence: 99%

Similarity in depressive symptom profile in a population-based study of migrants in the Netherlands

Schrier

Wit

Rijmen

et al. 2009

Soc Psychiat Epidemiol

View full text Add to dashboard Cite

Objective Depression is a clinical syndrome developed in Western Europe and North-America. The expression of symptoms and the impact of symptoms on functioning may therefore be expected to vary across cultures and languages. Our first aim was to study differences in depressive symptom profile between indigenous and non-Western immigrant populations in the Netherlands. We hypothesized that differences in expression of depressive symptoms would be more likely in the domains of mood and cognitions, and less likely in the domains of psychomotor and vegetative symptoms. Our second aim was to study ethnic differences in the association of depressive symptoms and general functioning. Method In a random community sample stratified for ethnicity in Amsterdam, the Netherlands, depressive symptoms were assessed by bilingual interviewers using the Composite International Diagnostic Interview (CIDI 2.1) and the Symptom Checklist-90-Revised (SCL-90-R). Impairments in functioning were measured by the World Health Organization Disability Assessment Schedule II (WHODAS II). Results were obtained from 812 subjects: N = 321 native Dutch, N = 213 Turkish-Dutch, N = 191 Moroccan-Dutch, N = 87 Surinamese-Dutch. Differences in depressive symptom expression were tested by differential item functioning. Results The prevalence of DSM-IV depressive disorder and the overall level of depressive symptoms were higher in the Turkish and Moroccan immigrant groups compared to native Dutch subjects. Ethnic differences in item functioning of depressive symptoms were rare, and equally unlikely in all four symptom domains. Depression was equally associated with functional impairment across ethnic groups. Conclusion Although depressive symptoms were more common among migrants than in the indigenous population, both the depressive symptom profile and the associated functional impairments were comparable. These findings may help diminishing concerns about the validity of using existing diagnostic procedures among ethnic minority groups.

show abstract

Section: Discussionmentioning

confidence: 99%

Similarity in depressive symptom profile in a population-based study of migrants in the Netherlands

Schrier

Wit

Rijmen

et al. 2009

Soc Psychiat Epidemiol

View full text Add to dashboard Cite

show abstract

“…The CES-D contains 20 items that can all be scored as never (0), sometimes (1), often (2), or always (3), yielding a score between 0 and 60. Its utility has been shown for all ethnic groups that were comprised in this study [33]. No score was recorded if the answers ''always'' or ''never'' were given throughout or if five or more of the items were unanswered.…”

Section: Data and Data Collectionmentioning

confidence: 99%

Katz' ADL index assessed functional performance of Turkish, Moroccan, and Dutch elderly

Reijneveld

Spijker

Dijkshoorn

2007

Journal of Clinical Epidemiology

View full text Add to dashboard Cite

Background and Objective: We examined the reliability and validity of self-reported limitations encountered in the activities of daily living (ADL) as measure of functional performance, for Turkish, Moroccan, and indigenous Dutch elderly in the Netherlands.Methods: We obtained data on self-reported ADL measured by Katz' ADL index and on five related health outcomes among a general population sample of 304 Dutch, 330 Turkish, and 299 Moroccan respondents aged 55e74 years, in Amsterdam, the Netherlands (response: 60%).Results: Katz' ADL index demonstrated good internal consistencies for each ethnic group (Cronbach's alphas: 0.84e0.94). Regarding validity, the ADL index showed relatively strong associations with related outcomes, that is, long-term limitations in mobility and SF-36 physical functioning (rank correlations: 0.64 and À0.60, respectively). Associations with more general health outcomes, number of chronic disorders, Center for Epidemiologic Studies-Depression scale symptoms, and SF-36 role performance were weaker, as expected. Associations were stronger for Moroccans than for indigenous Dutch elderly regarding both SF-36 outcomes and depressive symptoms.Conclusion: Katz' ADL index is valid to assess functional performance of Turkish, Moroccan, and Dutch elderly, but comparisons with Moroccan elderly should be handled with caution. The explanation of these findings and their generalizability to other ethnic groups deserve further study. Ó

show abstract

“…Uit eerder onderzoek waarbij case finding ondersteund werd door het gebruik van screeningsinstrumenten bleek dat dit zinvol kan zijn om de huisarts op tijd een eerste indicatie te geven van symptomen van angst en depressie waarna hij/zij de ernst en aard verder kan bespreken met de patiënt. 20,22,23,[36][37][38][39][40] Hoogstwaarschijnlijk worden op die manier nog niet alle ouderen met een verhoogd risico bereikt en daarom is een vorm van programmatische screening zeker bij sociaal demografische hoogrisicogroepen ook wenselijk. 24,41 Barriè res voor het actief aanbieden van preventie In de literatuur komen barrières naar voren, zoals het vertrouwen van de arts in zijn/haar eigen deskundigheid, de beschikbare tijd, de behandelingsmogelijkheden, het getraind zijn in vaardigheden en de samenwerking met GGZ-professionals.…”

Section: Screenenunclassified

“…19 Het gebruik van screeningsinstrumenten kan de huisarts ondersteunen bij het signaleren van (subklinische symptomen van) angst en depressie. 12,[20][21][22][23] Screenen kan op twee manieren plaatsvinden: . Via Case finding: door tijdens een consult van iemand met een verhoogd risico extra alert te zijn op symptomen van angst en depressie om vervolgens met een screeningsinstrument een nadere risico-inschatting te maken; de individuele hoogrisico aanpak.…”

unclassified

Houding van huisartsen ten aanzien van preventie van angst en depressie bij ouderen

Dijk-Dijk

Crone

Weele

et al. 2012

Tijds. gezondheids.wetenschappen

View full text Add to dashboard Cite

Doel: Preventie van angst-en depressieve stoornissen bij ouderen met symptomen van angst en depressie is zinvol. Wij onderzochten de houding van huisartsen ten aanzien van preventie op dit terrein en de kansen tot verbetering van preventietaken. Methode: 700 huisartsen ontvingen een vragenlijst (respons is 263, 38%). Het preventiegedrag van huisartsen en hun mening over de zinvolheid van screenen op angst en depressie werden gerelateerd aan huisarts-, praktijk-en populatiekenmerken. Ook is onderzocht welke barrières samengaan met preventie. Resultaten: Een derde van de huisartsen vindt screenen op angst en depressie bij ouderen zinvol. Ongeveer driekwart vindt zichzelf extra alert op angst en depressieve symptomen bij ouderen uit hoogrisicogroepen. Vergeleken met 'extra alert zijn' vinden zij dat zij minder vaak ongevraagd advies geven over interventiemogelijkheden. Er is meer aandacht voor preventie bij ouderen met somatische en/of psychosociale risicofactoren voor angst en depressie dan bij ouderen met sociaaldemografische risicofactoren. Praktische barrières bij preventie worden het vaakst genoemd. Minder vertrouwen in de effectiviteit van interventies gaat samen met minder vaak ongevraagd adviseren. Meer vertrouwen in de behoefte en motivatie van de doelgroep gaat samen met de mening dat screenen zinvol is. Conclusie: Hoewel huisartsen aangeven alert te zijn op angst en depressie bij ouderen, vinden ze screening en ongevraagd adviseren minder zinvol. Sommige barrières voor screening en ongevraagd adviseren zouden kunnen worden weggenomen. Dit kan leiden tot een verandering in houding en verbeterde preventie.Trefwoorden: angst, depressie, ouderen, preventie, hoogrisicogroepen, huisarts Inleiding De komende decennia neemt het aantal ouderen in Nederland fors toe. 1 Dit leidt tot een toename van gezondheidsproblemen die gepaard gaan met ouder worden, waaronder angststoornissen en depressies. Angststoornissen en depressiviteit bij ouderen komen wereldwijd en in Nederland frequent voor en dragen in belangrijke mate bij aan de ziektelast en de beperking van kwaliteit van leven. 2-9 Ze komen vaak samen voor en hebben ook een detecteerbare subklinische vorm, waarbij, ondanks klachten, (nog) niet voldaan wordt aan de diagnostische criteria voor een angst-of depressieve stoornis. De prevalentie van dergelijke subklinische angst en depressie bij ouderen in Nederland is rond de 15%. Preventie van subklinische vormen van angst en depressie is effectief en kan de overgang naar klinische depressies met ongeveer een kwart verminderen, mits klachten op tijd gesignaleerd worden. 10,11 Dit geldt ook voor ouderen. 12,13 Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft standaarden voor de diagnostiek en behandeling van angst-en depressieve stoornissen in de huisartspraktijk. Deze standaarden zijn weinig gericht op het vroegtijdig signaleren van subklinische symptomen van angst en depressie. 14,15 Jaarlijks bezoekt meer dan 85% van de volwassenen van 65 jaar en ouder ten minste één keer de huisarts. 16 De huisarts kan dus een be...

show abstract

Depression in first generation labour migrants in Western Europe: the utility of the Center for Epidemiologic Studies Depression Scale (CES‐D)

Abstract: The utility of the CES-D for elderly migrants of Turkish and Moroccan descent was found to be satisfactory.

Cited by 68 publications

References 26 publications

Similarity in depressive symptom profile in a population-based study of migrants in the Netherlands

Similarity in depressive symptom profile in a population-based study of migrants in the Netherlands

Katz' ADL index assessed functional performance of Turkish, Moroccan, and Dutch elderly

Houding van huisartsen ten aanzien van preventie van angst en depressie bij ouderen

Contact Info

Product

Resources

About