Een integraal kindcentrum als open leer-en ontwikkelingsgemeenschap; Tijd voor een samenhangende visie op opvoeding, educatie en opvang
R o n O o s t d a m , L o u i s Ta v e c c h i o ( K e n n i s c e n t r u m O n d e r w i j s & O p v o e d i n g , H o g e s c h o o l v a n A m s t e r d a m ; U n i v e r s i t e i t v a n A m s t e r d a m ) , S a n n e H u i j b r e g t s , K i r s t e n N ø h r, C a r i n e E x ( H o g e s c h o o l v a n
61Een integraal kindcentrum als open leer-en ontwikkelingsgemeenschap plezier naartoe komen. Om dit te realiseren moeten we over grenzen heen durven kijken. Onderwijs is meer dan onderwijzen, en kinderopvang is zoveel meer dan het 'opvangen' van kinderen. Hiervoor is een omslag in het denken en kijken naar deze sectoren noodzakelijk.
InleidingIn Nederland is een proces gaande waarbij basisonderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang naar elkaar toegroeien. Het Landelijk Platform Peuterspeelzalen, Brancheorganisaties voor Kinderopvang, Welzijn en Maatschappelijke Ontwikkeling, en de Belangenvereniging voor Ouders in de Kinderopvang hebben al diverse keren gepleit voor een ingrijpende wijziging van het huidige bestel. De schotten tussen deze instellingen en voorschoolse voorzieningen (VVE) moeten verdwijnen, vinden zij, evenals de wirwar aan geldstromen en tegemoetkomingen. Ook basisscholen, verenigd in de PO-raad, zijn deze mening toegedaan en willen aansluiten, zo blijkt uit een recente oproep aan het kabinet (Bracheorganisatie Kinderopvang, MO Groep+, & PORaad, 2013). Hiermee lopen zij vooruit op het regeringsbeleid waarin het belang van samenwerking wordt onderkend, maar keuzes uitblijven (Regeerakkoord Rutte-II, 2012). Recentelijk heeft ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gepleit voor nauwe samenwerking tussen peuterschool en basisonderwijs (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, 2014). Centraal doel is één basisvoorziening te realiseren door een samenhangend dagarrangement voor kinderen te creëren.Welke maatschappelijke motieven gaan schuil achter de wens de weg te banen voor deze nieuwe centra? Een eerste motief is geformuleerd vanuit een moreel perspectief. Het vergroten van ontwikkelingskansen voor ieder kind door het verminderen van leer-en ontwikkelingsachterstanden. Het huidige aanbod leidt tot segregatie tussen 0-4 jarigen uit de lagere en hogere sociaal-economische klassen. Zo worden peuterspeelzalen vooral bezocht door kinderen uit de lagere sociale klassen en kinderopvang door kinderen uit de hogere klassen (Tonkens, 2012). Ook stromen kinderen die van voor-en vroegschoolse voorzieningen (VVE) gebruikmaken vaker door naar scholen met veel risicoleerlingen. Een tweede motief is geformuleerd vanuit een economisch perspectief. Het kabinet streeft vanwege toenemende vergrijzing naar een hogere arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit van met name vrouwen. Talentontwikkeling en talentbehoud staan daardoor hoog op de politieke agenda. Een basisvoorziening met kinderopvang en school op dezelfde locatie kan hieraan bijdragen, omdat ...