De maatschappij (consumenten, producenten, retail en overheden) zijn zich steeds meer bewust van de eventuele negatieve bijwerkingen die gewasbeschermingsmiddelen kunnen hebben op de gezondheid van mens, dier en leefomgeving. Dit heeft er toe geleid dat het middelenpakket door Europese en nationale regelgeving is ingeperkt en in de toekomst verder zal worden gereduceerd, mede onder druk door van eisen die worden gesteld door retail en consument. Alternatieven zijn voorhanden in de vorm van biologische middelen en middelen van natuurlijke oorsprong (extracten, stoffen), waarvan verwacht wordt dat de negatieve gevolgen op gezondheid en milieu afwezig, of zeer gering zijn. Echter, er zijn vragen vanuit de praktijk of deze middelen voor alle gewassen effectief zullen zijn en onder welke omstandigheden ze werkzaam zijn. Deze kennis is voor telers belangrijk om een juiste keuze te kunnen maken om ziekten en plagen te beheersen in hun gewassen. Echter, het blijkt dat fundamentele kennis ontbreekt om aan te geven hoe deze middelen ingrijpen op de inhoudsstoffen en het microbioom van de plant, die een belangrijke rol spelen in de weerbaarheid tegen biotische stress factoren.
De rest van dit referaat na de laatste Bijlage