Nederlands De Nederlandse overheid heeft doelen gesteld om de nationale broeikasgasuitstoot met 49% te verlagen in 2030 ten opzichte van 1990. Om dit te bereiken dient de melkveesector in 2030 de emissie van methaan (CH4) te hebben verlaagd met 1,0 megaton CO2equivalenten ten opzichte van 2017. Ongeveer 80% van de CH4 emissie van de melkveesector komt van enterisch CH4. Het doel van deze inventarisatie was daarom: 1) Inzicht krijgen in de gemiddelde enterische CH4 emissie en variatie van de Nederlandse melkveehouderij, 2) inventariseren welke eigenschappen hier effect op hebben, en 3) de gemeten CH4 emissie vergelijken met de modelmatig geschatte CH4 emissie van dat bedrijf. In totaal is de CH4 productie met behulp van de Greenfeed (C-lock Inc.) gemeten van 791 melkkoeien (996 metingen) van 18 bedrijven verspreid door Nederland tussen september 2018 en oktober 2019. De gemiddelde CH4 productie was 437±94 g CH4/koe/dag en per kg meetmelk 14,4±5,1 g CH4/kg FPCM. Uit de Lineaire-Mixed-Model analyse waarbij parameters zijn geschat met Restricted Maximum Likelihood (REML) bleek dat 49% van de totale variatie verklaard werd door bedrijfs-en diereigenschappen: grondsoort (6%), grazen in relatie tot het seizoen (3%), lactatiestadium en pariteit (32%), het gehalte ureum en lactose in de melk en de lactatiewaarde (samen 8%). Rantsoeneigenschappen leverden geen substantiële bijdrage aan de verklaring van de geobserveerde variatie in CH4 emissie. Er werd geen correlatie gevonden tussen de gemeten en modelmatig geschatte gemiddelde CH4 emissie op bedrijfsniveau. Vervolgonderzoek is nodig voor het verbeteren van modelberekeningen en om het effect van vers gras, vers gras kwaliteit, het microbioom in de pens en genetica op CH4 emissie te kwantificeren.