InleidingOmstreeks 4% van de kinderen die in Nederland jaarlijks als nieuwe patiënt op een polikliniek algemene kindergeneeskunde worden gezien, heeft een hartgeruis. 1 De meeste van deze kinderen zullen geen hartafwijking hebben, aangezien de prevalentie van een congenitale hartafwijking slechts 0,3-1% bedraagt. 2,3 In Nederland wordt in algemene ziekenhuizen bij kinderen met een hartgeruis routinematig ofwel op geleide van bevindingen bij anamnese en lichamelijk onderzoek een ECG gemaakt.1 Uit studies in universitaire centra blijkt dat de diagnostische waarde van een ECG bij het maken van onderscheid tussen onschuldige en pathologische hartgeruisen niet eenduidig is. Verschillende studies laten zien dat het ECG weinig aanvullende waarde heeft en zelfs misleidend kan zijn. [4][5][6][7] Andere studies echter tonen dat het ECG wel een bijdrage kan leveren in het maken van onderscheid tussen een onschuldig en een pathologisch hartgeruis. 8,9 Er zijn geen gegevens bekend over de waarde van een ECG in de setting van een algemeen ziekenhuis. Wij onderzochten de diagnostische waarde van een ECG bij kinderen die met een hartgeruis naar een kinderarts in een algemeen ziekenhuis werden verwezen en bij wie op basis van bevindingen bij anamnese en lichamelijk onderzoek werd besloten aanvullend onderzoek waaronder een echocardiografie te verrichten.
Patiënten en methodenHet betrof een retrospectief onderzoek bij 125 random geselecteerde kinderen die zich in 2001 en 2003 presenteerden met een hartgeruis op de polikliniek Kindergeneeskunde van het Rijnstate Ziekenhuis te Arnhem en bij wie na anamnese en lichamelijk onderzoek een echocardiografie, een X-thorax en een ECG waren verricht. Van iedere patiënt werden gegevens verzameld over de verwijzend arts (huisarts, consultatiebureauarts, kinderarts, andere medisch specialist), de beoordelend arts op de polikliniek (arts-assistent wel of niet in opleiding (respectievelijk aios/anios), kinderarts, kinderarts met aandachtsgebied kindercardiologie), de anamnese en het lichamelijk onderzoek. De klachten zweten, benauwd zijn, snelle ademhaling, lagere luchtweginfecties, astma-achtige klachten, blauw-zien, voedingsproSamenvatting Doel. Bepalen van de diagnostische waarde van een ECG bij kinderen die met een hartgeruis naar een kinderarts in een algemeen ziekenhuis worden verwezen bij wie een hartafwijking klinisch niet onaannemelijk kan worden gemaakt. Opzet. Retrospectief onderzoek. Methoden. Van alle kinderen die in 2001 en in 2003 de polikliniek Kindergeneeskunde van Ziekenhuis Rijnstate (Arnhem) bezochten vanwege een hartgeruis, en bij wie ECG, X-thorax en echocardiografie werden verricht, werden er 125 random geselecteerd en geïncludeerd in de studie. Van deze kinderen werden de geanonimiseerde ECG's door twee auteurs gestandaardiseerd beoordeeld als 'afwijkend' of 'niet-afwijkend'. De diagnostische waarde van het ECG voor het bestaan van een hartafwijking werd bepaald; de echocardiografische uitslag gold als gouden standaard. Resultaten. Bij 36/125 van de kinderen werd echocardi...