Bivalve Assemblages as Hotspots for Biodiversity

Abstract

Many bivalve species occur in aggregations, and locally cover large parts of the seafloor. Above a certain density they provide a distinct, three-dimensional structure and the aggregations are called bivalve beds or reefs. These persistent aggregations form a biogenic habitat for many other species. Bivalve beds, therefore, often have, in comparison with the surrounding areas, a high biodiversity value and can be seen as hotspots for biodiversity. Bivalve have a wide global distribution, on rocky and sedimentary coasts. Different processes and mechanisms influence the presence of associated benthic fauna. This paper reviewed the main drivers that influence the biodiversity, such as the bivalve species involved, the density, the size and the age of the bed, the depth or height in the tidal zone and the substratum type. Bivalve beds not only occur naturally in many subtidal and intertidal areas around the world, but mussels and oysters are also extensively cultured. Addition of physical cultivation structures in the water column or on the bottom allows for development of substantial and diverse communities that have a structure similar to that of natural beds. Dynamics of culture populations may however differ from natural bivalve reefs as a result of culture site and/or maintenance and operation like harvesting of the bivalve cultures. We used the outcome of the review on the drivers for wild assemblages to evaluate trade-offs between bivalve aquaculture and biodiversity conservation. Studies comparing natural and cultured assemblages proved to allow for a better understanding of the effect of the culture strategies and, consequently, to forward sustainable bivalve cultures. This is illustrated by a case study in the Dutch Wadden Sea.

Protocol voor prioritering mosselvisserij in laatst gesloten gebieden : Uitwerking van de beoordelingscriteria zoals gesteld in notitie 2 van het addendum op het vernieuwde mosselconvenant

“…De aantallen geven aan hoeveel stations het betrof. Bron: Drent & Dekker (2013) Recent is een review uitgevoerd naar de relatie tussen soortenrijkdom en schelpdierbanken (Craeymeersch & Jansen, 2019). Daarbij is niet alleen gekeken naar effecten van de aanwezigheid zelf, maar ook in relatie tot karakteristieken van zo'n bank: soort schelpdieren, leeftijd van de schelpdieren, de grootte van de schelpdieren, en de dichtheid van de schelpdieren.…”

“…Over het algemeen wordt geen verband gevonden tussen de leeftijd van een schelpdierbank en de soortenrijkdom (Craeymeersch & Jansen, 2019). Hetzelfde geldt voor de relatie tussen soortenrijkdom en de grootte van de schelpdieren.…”

“…Bij deze analyse waren de meest onstabiele banken niet meegenomen. Ook de relatie tussen dichtheid van de schelpdieren en de soortenrijkdom lijkt eerder te wijten aan andere, lokale, factoren dan aan de dichtheid zelf (Craeymeersch & Jansen, 2019). Zowel positieve als negatieve relaties zijn gevonden (Craeymeersch & Jansen, 2019;Hodgson et al, 2021).…”

Ontwikkeling van bodemdieren in de voor mosselzaadvisserij gesloten gebieden in de westelijke Waddenzee : Evaluatie na vier jaar monitoring (2015-2018)

“…In alle jaren kwam L. . Dit is waarschijnlijk een direct gevolg van de afname in dichtheid van mosselen aangezien in mosselbanken over het algemeen een hogere soortenrijkdom wordt aangetroffen (Dittmann 1990, Buschbaum & Saier 2003, Norling & Kautsky 2008, Buhs & Reise 1997, Commito et al 2008, Buschbaum et al, 2009, Craeymeersch & Jansen, 2019. In het open gebied kwamen de volgende soorten op 6 of meer locaties minder voor dan in 2017: Actiniaria (anemonen), Balanoidea Dit zijn hoofdzakelijk soorten die geassocieerd zijn met mosselen (Smaal et al, 2013;Dekker & Drent, 2013).…”

Habitat Modification and Coastal Protection by Ecosystem-Engineering Reef-Building Bivalves

“…The shift in species composition at the spatial scale of the engineered habitat, this is within the footprint of the reef structure, is discussed in two other papers within this book, namely the effect on associated benthic macroinvertebrates (Craeymeersch and Jansen 2019) and the effect on finfish and crustacean production (Hancock and zu Ermgassen 2019).…”