Met de digitalisering van de samenleving en de overheid nemen de mogelijkheden van het analyseren van allerlei processen toe. Gesteund door datasets die door sensoren en andere elektronische registratiesystemen worden verzameld en bewerkt, is het al op verschillende terreinen mogelijk snel een beeld te vormen van gedrag of de daadwerkelijke situatie in onze samenleving. Zo analyseren zorgverzekeraars tegenwoordig alle ingediende declaraties. Daarbij komen allerlei fraudepatronen aan het licht, van patiënten die plotseling geheel andere stoornissen lijken te hebben tot zorgverleners die meer minuten declareren dan een dag lang is (Olsthoorn, 2016b; zie ook Olsthoorn, 2016a). Een geheel andere toepassing betreft de 'koopkrachtplaatjes' bij nieuwe belastingmaatregelen: die waren tot voor kort gebaseerd op ingewikkelde berekeningen op basis van 'typische' persoonlijke profielen, maar kunnen nu direct worden gebaseerd op de gegevens van alle Nederlanders waarover de belastingdienst al beschikt. In beide voorbeelden spelen 'big data' -nieuw beschikbare of geproduceerde data met vaak een rijkdom aan detaileen grote rol.Met de nieuwe data die in het verleden niet beschikbaar waren, kunnen de effecten van beleid soms beter in kaart worden gebracht en de ideeën die aan het beleid ten grondslag liggen, worden getoetst. Natuurlijk waren er in het verleden ook veel data beschikbaar, maar met de digitalisering van de samenleving nemen die mogelijkheden, waaronder in de vorm van 'big data', enorm toe. Dat biedt dus ook nieuwe mogelijkheden voor beleidsevaluatie, zowel bij de beleidsformulering als de beleidsuitvoering.Het opvallende is dat met de verruiming van beschikbare data ook sprake is van een tweede trend in Nederland. In de afgelopen jaren bepleiten verschillende adviesorganen om beleid meer op basis van wetenschappelijke inzichten te onderbouwen, vooral omdat er nog steeds beperkte kennis bestaat over doelbereiking en effectiviteit van overheidsbeleid. De Algemene Rekenkamer (2015) constateerde in 2014 al dat beleidsdoorlichtingen op dit punt kunnen worden verbeterd. De Tweede Kamer sloot zich daarbij aan. In 2016 adviseerde de Studiegroep Begrotingsruimte (2016) van het ministerie van Financiën om te komen tot betere informatie over de doelmatigheid en effectiviteit van beleid. Dit door betere kennisdeling, ook met externe partijen, en meer flexibiliteit bij het toepassen van beleidsinstrumenten. Het idee om beleid beter met kennis te ondersteunen krijgt ook bijval van onder meer de planbureaus en veel kennisinstellingen. 'Evidence-based' beleid zou een gangbare praktijk moeten zijn, waarin het evalueren en beoordelen van beleid een vast onderdeel is bij beleidsformulering en beleidsuitvoering. Daarbij past wel een kritische kanttekening over waar wetenschappelijke kennis over beleid overloopt in politiek. In een studie van het Rathenau Instituut wordt terecht opgemerkt dat wetenschappelijke kennis geen vervanging kan zijn van het stellen van politieke prioriteiten (Slob & Staman, 2012).Met de roep naar een meer cent...