In dit artikel wordt ingegaan op de betekenis van ethiek en ethisch handelen in het algemeen en beroepsethiek voor psychotherapeuten in het bijzonder. De beschreven problematiek wordt toegespitst op een specifiek dilemma waarmee veel psychotherapeuten geconfronteerd worden, namelijk onethisch gedrag bij collega's. Empirische bevindingen worden samengevat en aan de hand van klinische vignetten wordt het thema verlevendigd. Het ethisch discours over dit delicate thema pretendeert geen oplossingen, maar geeft wel een aanzet tot genuanceerde reflectie en discussie.
inleidingDe recente versie van de Europese ethische Meta-code (EFPPA, 1996) stelt expliciet dat psychologen verplicht zijn om het professioneel handelen van collega's kritisch te benaderen en bij onethisch gedrag actie te ondernemen. Hieronder valt bijvoorbeeld het informeren van andere collega's en betrokken beroepsverenigingen. Deze oproep om collectief borg te staan voor de kwaliteit van het beroep plaatst menig ethisch bewuste psychotherapeut voor persoonlijke dilemma's.Uit een Amerikaans onderzoek (Tabachnick, KeithSpiegel & Pope, 1991) blijkt dat 79% van de psychologen kiest voor het negeren van onethisch gedrag bij collega's.Zij zijn wel overtuigd dat onethisch gedrag van een collega schadelijk is voor de betrokken clie¨nten en voor het imago van de beroepsgroep als geheel, maar het brengt de betrokkene kennelijk in een netelige positie om stappen te ondernemen waarmee eventueel een halt toegeroepen kan worden aan dat gedrag. Alarm slaan wanneer collega's over de schreef gaan, vraagt volgens Bok (1988) bijzondere moed, omdat degene die aan de bel trekt, wordt gezien als de afvallige, als degene die de saamhorigheid doorbreekt en die afwijkt van de zwijgende meerderheid. Binnen de beroepsgroep wordt dan ook regelmatig geopperd dat het beter is de elementen realistischer te beschouwen die meespelen in het passief toezien bij beroepsfouten (Pope & Vetter, 1992).Bovendien, zelfs als we zorgvuldig en gewetensvol ons beroep proberen uit te oefenen, riskeren we te belanden in situaties waarbij we achteraf beschouwd niet correct hebben gehandeld. Een eventueel ethisch superioriteitsgevoel krimpt bij een dergelijke confrontatie snel tot verlegenheid of zelfs schaamte.In deze bijdrage analyseer ik het dilemma nader waarvoor de betrokkenen zich geplaatst zien. De navolgende beschouwing over ethiek en ethisch handelen is niet alleen een opwarmer voor het thema, maar het is ook een hulp om door inzicht in de complexiteit ervan ons gedrag beter te begrijpen en in te zien waarom wij zo moeizaam reageren.
ethiek en ethische ideologiee¨nDe gewone burger heeft een ambivalente opstelling tegenover ethiek. De houding van «zeg ons wat we moeten doen» wisselt af met die van «waar bemoeien ze zich mee?». Er leeft enerzijds een vraag naar orie¨ntering, maar Mia Leijssen (*) MIA LEIJSSEN is doctor in de psychologie en psychotherapeut. Zij is hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven. Zij doceert daar beroepsethiek voor psychologen en geeft opleiding in de ...