This paper discusses recent developments in policies and practices of immigrant minority language teaching in the Netherlands. It focuses on the realisation of this provision as 'language support'. Within this arrangement, an immigrant minority language is used as a medium of instruction for parts of the regular primary school curriculum. Following Goodlad et al. (1979), we identify different versions of the language support curriculum on the basis of in-depth analyses of policy documents from the national and local government (the formal curriculum), and the National Educational Innovation Centre for Primary Education and the Inspectorate of Education (the ideological curriculum). In addition, we analyse policies and practices with respect to language support at a multicultural primary school on the basis of observations, interviews, and school documents (the perceived, operational and experiential curriculum). The analyses reveal how policy makers, practitioners, and pupils differ in their understanding of the notion of language support. They also show how inaccurate assumptions with respect to the pupils' relative command in Dutch and the minority language impact on actual practices of language support.French Cet article porte sur les développements récents aux Pays-Bas des politiques et des pratiques d'enseignement de l'écrit aux immigrés. Il se centre sur l'application du dispositif « soutien à l'apprentissage langagier ». Selon cette disposition, une langue étrangère est utilisée pour enseigner certaines parties du programme de l'école primaire. À la suite de Goodlad et al. (1979)
DutchDeze bijdrage gaat over recente ontwikkelingen in het beleid en de praktijk van het onderwijs in allochtone levende talen in Nederland en dan met name over de invulling van dit onderwijs als 'taalondersteuning'. Taalondersteuning houdt in dat een allochtone levende taal wordt gebruikt als instructietaal in delen van het reguliere basisschoolcurriculum. In navolging van Goodlads (1979) curriculumtheorie onderscheiden we verschillende versies van taalondersteuningscurriculum. Dit doen we op basis van een diepteanalyse van beleidsdocumenten van de nationale en lokale overheid (het formele curriculum) en van het Procesmanagement Primair Onderwijs en de Inspectie van het Onderwijs (het ideologische curriculum). Daarnaast analyseren we het beleid en de praktijk van taalondersteuning op een multiculturele basisschool op basis van observaties, interviews en schooldocumenten (het waargenomen, operationele en ervaren curriculum). De analyses maken duidelijk hoe beleidsmakers, leraren en leerlingen van elkaar verschillen in hun begrip van de notie 'taalondersteuning'. Ze laten ook zien hoe onnauwkeurige aannames met betrekking tot de relatieve beheersing van het Nederlands en de allochtone levende taal door leerlingen van invloed zijn op de praktijk van het taalondersteuningsonderwijs.