Gastric emptying in preterm infants.

Ewer, Andrew K; Durbin, G M; Morgan, M. E. I.; Booth, I W

doi:10.1136/fn.71.1.f24

Cited by 139 publications

(93 citation statements)

References 21 publications

Supporting

Mentioning

Contrasting

Unclassified

Order By: Relevance

“…These findings are the opposite of those reported in the literature where the gastric emptying time is shorter in newborns fed with their own mother's milk with or without a fortifier than babies fed with formula [32,33] . This may be the result of the small sample size in our study (10 vs. 12 babies).…”

Section: Discussioncontrasting

confidence: 99%

Gastric Emptying of Preterm Neonates Receiving Domperidone

Gounaris

Costalos²,

Varchalama³

et al. 2009

Neonatology

View full text Add to dashboard Cite

Objectives: Immature gut motility in very low birth weight infants causes feeding intolerance. We evaluated the effect of domperidone, a prokinetic agent, on gastric emptying in very low birth weight infants. Methods: The study was conducted in a crossover design. Gastric emptying was assessed ultrasonographically by measuring the time it took the antral cross sectional area of the stomach to reach half of the value of the 1st measurement on 2 occasions: (1) upon administration of domperidone (0.3 mg/kg/8 h p.o.) for at least 2 days and (2) while patients received an equal quantity of sterile water. 11 infants were randomly assigned to receive domperidone before the 1st measurement and the remaining afterwards. There was a 3–5 day interval between the 2 measurements. At the time when both measurements were performed, every neonate had been receiving the same quantity and quality of milk. 12 infants were formula-fed while 10 were fed their own mother’s supplemented milk. Results: 22 infants with a mean (SD) birth weight of 1,377 g (319) and a mean (SD) gestational age of 30.2 weeks (2.1) were studied. The mean (SD) antral cross sectional area half-value time (in minutes) was 47.6 (23.9) in the domperidone group and 68.2 (25.5) in the control group (p = 0.008). There was no significant difference between formula-fed neonates and neonates fed their own mother’s milk in either group. Conclusions: Domperidone significantly reduces gastric emptying in preterm neonates, and this may account for its effect in cases of disturbances related to gut motility.

show abstract

Section: Discussioncontrasting

confidence: 99%

Gastric Emptying of Preterm Neonates Receiving Domperidone

Gounaris

Costalos²,

Varchalama³

et al. 2009

Neonatology

View full text Add to dashboard Cite

show abstract

“…Adverse in vivo effects already shown have included delayed gastric emptying, increased feeding intolerance, alteration of the gastric emptying curve more closely approximating that seen with whey-based formulas, and increased bacterial counts [3,4,6]. With regard to human milk's bioactive properties, it is unknown what effect HMF may have.…”

Section: Discussionmentioning

confidence: 99%

“…Data suggest, however, that the addition of HMF to human milk fed to preterm infants may have adverse effects on the developing neonate. Addition of HMF to human milk affects gastric emptying, causing both a delay and a gastric emptying pattern that more closely approximate whey-based formula [3,4]. Increased feeding intolerance [5] and increased total bacterial counts [6] have also been documented.…”

Section: Introductionmentioning

confidence: 99%

Effect of Human Milk Fortifier on the Immunodetection and Molecular Mass Profile of Transforming Growth Factor-Alpha

Lessaris¹,

Forsythe²,

Wagner³

2000

Neonatology

View full text Add to dashboard Cite

Objective: To determine if the addition of human milk fortifier (HMF) affects the distribution, immunoreactivity, or molecular mass profile of transforming growth factor-α (TGF-α) within the compartments of human milk. Methods: Fifteen milk samples were obtained. Each sample was divided into two aliquots; a powdered HMF was added to the first aliquot. TGF-α concentration was measured via radioimmunoassay in whole milk and its aqueous and fat fractions ± HMF. TGF-α molecular mass profiles of the samples (v/v) were measured via Western blotting. Results: TGF-α concentration (mean ± SD) in fortified whole milk (15.7 ± 7.1 pg/100 μl) vs. nonfortified whole milk (14.8 ± 8.0 pg/100 μl) and in the aqueous fraction of fortified (14.0 ± 2.7 pg/100 μl) vs. nonfortified (14.0 ± 3.5 pg/100 μl) did not differ statistically. There was, however, a marked decrease in the concentration of TGF-α in the fat fraction of fortified (30.6 ± 2.8 pg/100 μl) vs. nonfortified (98.0 ± 6.9 pg/100 μl) milk samples. Western blot for TGF-α in whole milk and its separated fractions revealed characteristic bands at 6.5, 12–16, 22, 26–30 and 46 kD. HMF alone and HMF with sodium taurocholate had a prominent band at 18 kD and fainter bands at 6.5, 26–30, and 46 kD. While whole and aqueous milk samples with HMF also consistently showed the 18-kD band, in 8/15 fat fraction samples with HMF the 18-kD band was nondetectable and was only faintly detectable in the remaining 7/15 samples. Conclusions: It appears that HMF differentially alters the biochemical profile of human milk with regard to TGF-α concentration and molecular mass profile. What effect this alteration in human milk biochemistry has on neonatal gut function remains unknown.

show abstract

“…Wel zag men dat premature zuigelingen bij borstvoeding een snellere maagmotiliteit hebben dan bij kunstvoeding. 5 Andere factoren, zoals neonatale icterus, respiratory distress syndrome en rugligging, hebben een negatieve invloed op de maagmotiliteit. 4 Vanaf het moment dat producenten van kunstvoeding met name op wei-eiwit gebaseerde producten zijn gaan maken, is de incidentie van lactobezoars gedaald.…”

Section: Etiologieunclassified

Een lactobezoar bij een zuigeling met excessief huilen

Kruijdenberg¹,

Mattheij²,

Runneboom-Mertens³

et al. 2010

KIND

View full text Add to dashboard Cite

InleidingHet woord bezoar is afkomstig uit het Perzisch en betekent bescherming tegen gif. Tegenwoordig wordt de term gebruikt voor een zeldzame conditie waarbij een massa van ongewoon materiaal zich in het spijsverteringskanaal ophoopt. Men benoemt de bezoar naar zijn compositie: een lactobezoar bestaat uit een compacte massa van onverteerde melk. Dit type bezoar wordt sinds 1959 beschreven bij kinderen met verschillende ziektepresentaties en gerelateerd aan diverse diëten. Incidentiecijfers zijn onbekend en beschrijvingen blijven beperkt tot case reports, maar mogelijk wordt dit fenomeen door de verscheidenheid aan presentatievormen onderschat.In dit artikel beschrijven wij een bijzonder klinisch beeld van een lactobezoar en komen de etiologie, kliniek, diagnostiek en behandeling aan bod. CasusEen 6 weken oude zuigeling werd op de polikliniek gezien in verband met excessief huilen sinds een week na geboorte. De patiënt huilde met name tijdens en na borstvoedingen overdag, was dan ontroostbaar en sliep weinig. Hij kreeg gemiddeld achtmaal per dag borstvoeding op verzoek aangeboden. Defecatie kwam eenmaal per week en had een normale kleur en consistentie. Er was geen sprake van regurgitatie, vomitus of houdingsafhankelijk huilen. De groei en ontwikkeling waren goed. Op eigen initiatief waren de ouders met hypoallergene voeding gestart (Nutrilon Hypo Allergeen 1), maar na uitblijven van enig effect op het huilen werd na drie dagen de borstvoeding wederom gecontinueerd. Bij lichamelijk onderzoek werden geen afwijkingen gevonden en een screenende buikoverzichtsfoto ter beoordeling van de darmconfiguratie vertoonde geen aanwijzingen voor een malrotatie of volvulus. De patiënt werd ter observatie opgenomen. Aangezien er op een prenatale echo eenmalig een uitgezet nierpyelum was gezien, werd echografisch onderzoek van het abdomen verricht. De nieren bleken normaal, maar in de maag was een vier centimeter grote, bolvormige, inhomoSamenvatting Een 6 weken oude, borstgevoede zuigeling presenteerde zich met excessief huilen. Bij echografisch onderzoek werd een bolvormige, inhomogene, niet-gevasculariseerde massa in de maag gevonden, een lactobezoar. Een protonpompremmer werd gestart, waarna het huilen verminderde en de bezoar resorbeerde. Deze ziektepresentatie werd nog nooit eerder beschreven; de frequentst optredende symptomen bij een lactobezoar zijn abdominale distensie, vomitus en diarree. Echografie is het onderzoek bij uitstek om lactobezoars te diagnosticeren en de resorptie te evalueren. De oorzaak van een lactobezoar is waarschijnlijk multifactorieel waarbij voeding, maturiteit, geboortegewicht en maagmotiliteit een belangrijke rol spelen. Figuur 1: Echografie op dag van opname; lactobezoar in de maag met rondom gering vocht. 168 T i j d s c h r K i n d e r g e n e e s k d 2010 -78 -nr 4

show abstract

Gastric emptying in preterm infants.

Cited by 139 publications

References 21 publications

Gastric Emptying of Preterm Neonates Receiving Domperidone

Gastric Emptying of Preterm Neonates Receiving Domperidone

Effect of Human Milk Fortifier on the Immunodetection and Molecular Mass Profile of Transforming Growth Factor-Alpha

Een lactobezoar bij een zuigeling met excessief huilen

Contact Info

Product

Resources

About