InleidingVan alle nieuw gediagnosticeerde kinderen met diabetes mellitus type 1 (DM1) presenteert 15-70% zich met een diabetische ketoacidose (DKA). 1 DKA is, ook in Nederland, een levensbedreigende aandoening waarbij tot 1% van de kinderen overlijdt. 2 Klassiek betreft het een acuut ziek kind, lethargisch en gedehydreerd met een Kussmaul-ademhaling, ruikend naar aceton. DM1 is moeilijk te diagnosticeren wanneer het een jong kind betreft. Deze jonge kinderen worden vanwege de aspecifieke symptomen in eerste instantie regelmatig verdacht van bijvoorbeeld een urineweginfectie of gastro-enteritis. Door deze potentiële vertraging in het diagnostisch traject zijn jonge kinderen mogelijk langduriger symptomatisch, wat kan leiden tot een ernstigere mate van dehydratie en een groter risico op een DKA. 3 Gezien het feit dat de incidentie van DM1 bij kinderen en met name ook in de jonge leeftijdgroep < 4 jaar toeneemt, is het zinvol om presenterende symptomen en eventuele risicofactoren te identificeren. 4 Hiertoe verrichtten wij onderzoek binnen onze groep kinderen met DM1 ten tijde van hun eerste verwijzing. Daarnaast wilden we beoordelen of vertraagde onderkenning van de diagnose een rol speelt bij het optreden van DKA en keken onder meer naar de patient's delay, de doctor's delay en het diagnostisch voortraject.
Patiënten en methodenPatiënten Retrospectief werden alle nieuw gediagnosticeerde kinderen met DM1 tussen januari 1999 en september 2006 in het Diakonessenhuis locatie Utrecht en Zeist bekeken. In totaal betrof dit 87 kinderen. Zes kinderen werden uitgesloten van de studie; twee patiënten werden gediagnosticeerd met een maturity onset diabetes of the young (MODY), drie patiënten met DM type 2, en gegevens van één dossier bleken onvola r t i k e l e n Samenvatting Doel. Identificeren van presenterende symptomen en risicofactoren van diabetische ketoacidose (DKA) en evaluatie van het diagnostisch traject bij nieuw gediagnosticeerde diabetes mellitus type 1 (DM1). Opzet. Retrospectieve studie. Methoden. 81 kinderen met nieuw gediagnosticeerde DM1 tussen januari 1999 en september 2006 in het Diakonessenhuis locatie Utrecht/Zeist werden geïncludeerd. Symptomatologie en laboratoriumwaarden bij presentatie werden bestudeerd. Middels een vragenlijst aan patiënt, ouders en verwijzende huisarts (HA) werd geïnformeerd naar de verstreken tijd tussen optreden van symptomen en eerste bezoek aan HA (patient's delay in dagen (PD)), het diagnostisch traject ingezet door HA, en moment van insturen (doctor's delay in uren (DD)). Resultaten. DKA werd gezien bij 13/81 patiënten (16%). De incidentie verschilde niet tussen de verschillende leeftijdsgroepen. Naast polyurie en polydipsie trad opnieuw bedplassen bij oudere kinderen frequent op. Ook recidiverende candidiasis werd vaak gezien. Er werd geen relatie gevonden tussen de ernst en optreden van DKA en de duur van DD. Het PD was significant kleiner in de groep met DKA. Het HbA 1c was gecorreleerd met zowel de leeftijd bij presentatie als de mate van PD. De verschillende diagnostis...