De richtlijn is bedoeld voor artsen en verpleegkundig(en)(specialist) werkzaam in de JGZ, in deze richtlijn de JGZ-professionals. Daar waar jeugdarts staat kan ook verpleegkundig specialist gelezen worden. Daar waar ouders staat, kan ook verzorgers of naasten worden gelezen.
Taken van de JeugdgezondheidszorgGestart wordt met een korte schets van de taken van de jeugdgezondheidszorg en welke plaats het opsporen van psychosociale problemen heeft binnen het takenpakket.Aandacht voor gezond opgroeien en opvoeden Sinds 1 januari 2015 is het Basispakket JGZ ingevoerd; dit Basispakket stelt vaccinaties, screeningen, monitoring en signalering actief ter beschikking. Hoewel dergelijke activiteiten er voor alle jeugdigen moeten zijn, kan de uitvoering ervan per kind of jongere variëren. Dit is 5 afhankelijk van de specifieke behoefte en situatie van kind, gezin en omgeving. Waar nodig wordt voorlichting, advies, begeleiding en toeleiding naar zorg gegeven. Met uitleg en advies (ontwikkelingsgerichte informatie) kan de JGZ zorgen wegnemen en de situatie normaliseren, en zo bijdragen aan het versterken van eigen kracht en onnodige medicalisering helpen tegengaan. Hiermee wordt voorkomen dat alledaagse problemen ten onrechte bij zware, specialistische zorg terechtkomen, maar ook dat problemen ten onrechte niet behandeld worden, waardoor in een later stadium juist een extra beroep op gespecialiseerde zorg nodig zou zijn.
Voorkomen van risico's en psychosociale problemenEen onderdeel van de taken van de JGZ is het volgen van de (psychosociale) ontwikkeling van kinderen en jeugdigen tussen 0 en 18 jaar. In de JGZ staat de lichamelijke, psychosociale en cognitieve ontwikkeling in samenhang met de omgeving (gezin, onderwijs en vrije tijd) centraal. Hierbij past een brede integrale benadering van kinderen en jeugdigen, vanuit een biopsychosociaal perspectief . Volgens deze benadering zijn zowel biologische (denk aan aanleg en erfelijkheid), psychologische (persoonlijkheid) als sociale aspecten (omgeving, gezin, opvoedsituatie) van invloed op het ontstaan en beloop van problemen. Vaak zijn er meerdere factoren die hierbij een rol spelen, bovendien kunnen factoren elkaars effect versterken. Wanneer een biologisch-genetische kwetsbaarheid aanwezig is, kan onder invloed van omgevingsfactoren een preklinische of prodromale fase ontstaan. In die fase zijn er nog geen signalen waarneembaar. Als de ongunstige interactieprocessen doorgaan, kunnen de eerste symptomen of problemen ontstaan. Preventie van gevolgen van opkomende problemen is vooral van belang in de fase dat klachten, problemen, symptomen (nog) niet zijn uitgekristalliseerd tot een classificeerbare diagnose. Immers, er kan ook al sprake zijn van (beginnende) lijdensdruk dan wel een stagnerende ontwikkeling nog vóórdat er een formele diagnose gesteld kan worden. De JGZ biedt een uniek kader om deze beginnende problemen positief te beïnvloeden in een vroeg stadium.
Instrumenten en klinische blikInstrumenten zoals vragenlijsten en protocollen kunnen een goed hulpmiddel zijn in de ...