Institutionele theorieënHet onderzoek van Burnside en Dollar, dat zo'n belangrijke rol heeft gespeeld in de koerswijziging van het ontwikkelingsbeleid van de Wereldbank, vond zijn theoretische inspiratie in de nieuwe institutionele economie. Deze tak van wetenschap vormt een reactie en een aanvulling op de neoklassieke theorie, die zich met name richt op de coördinatie van het economisch systeem door middel van het markt-en prijsmechanisme. In de neoklassieke benadering komen markten tot evenwicht doordat op die markten opererende actoren hun beslissingen op elkaar afstemmen; de prijs is het mechanisme dat evenwicht brengt. De theorie richt zich op het functioneren van markten; van het bestaan van instituties wordt geabstraheerd.De nieuwe institutionele economie richt de schijnwerper expliciet op de veronderstellingen waarvan de neoklassieke theorie uitgaat, zoals volledige informatie, rationeel handelende marktpartijen en kosteloosheid van transacties ont wikkelingsbeleid en goed bestuur 41 theoretische en empirische onderbouwing (Hazeu 2000: 33-34). In werkelijkheid beschikken contractanten nooit over alle relevante informatie; de kosten om deze te verkrijgen, zijn soms hoog. Hierdoor is de prijs nooit een volledige informatiedrager en zijn contracten niet volledig. In de woorden van North: "when it is costly to transact, institutions matter." De institutionele economie beredeneert de ratio van instituties vooral vanuit de transactiekosten. Instituties doen er economisch gesproken toe, omdat zij de kosten van informatieverwerving die met het aangaan van economische transacties gepaard gaan, kunnen verminderen. Dit begint al met eigendomsrechten en alle instituties die hieromheen zijn opgetrokken om deze rechten vast te leggen, te controleren en te handhaven.Bij de nieuwe institutionele economie gaat de hoofdaandacht uit naar die instituties die direct van belang zijn voor het functioneren van markten: wetgeving en regels voor toetreding tot en uittreding uit markten, toezicht op marktgedrag, enzovoorts. Maar vanuit deze benadering kunnen in feite alle mogelijke instituties -waaronder ook die van overheidswege -worden beredeneerd die op kortere of langere termijn de transactiekosten verlagen. Dit geldt zelfs voor democratie en de bescherming van mensenrechten. Zoals North (1995: 25) stelt: "While economic growth can occur in the short run with autocratic regimes, long-run economic growth entails the development of the rule of law and the protection of civil and political freedoms." De redenering hierbij is dat individuen en bedrijven pas bereid zijn te investeren, als zij vertrouwen hebben in de toekomst. Investeringen die in de toekomst rendement opleveren, zullen alleen tot stand komen als de institutionele omgeving hiervoor waarborgen oplevert. Een rechtsstaat, de hieruit voortvloeiende bescherming van contractuele en eigendomsrechten en de afwezigheid van marktverstoringen dragen bij aan dit noodzakelijke vertrouwen. Ook democratie, als een meer consensuszoekend en -creërend stelsel van besluitvorming, bev...