zodiazepinen vanwege valgevaar. Er zijn ook screeningslijsten ontwikkeld waarmee men kan controleren of noodzakelijke preventieve medicatie ontbreekt, bijvoorbeeld cholesterolverlagers bij diabetes. 5 De expliciete screeningsmethoden zijn in het algemeen gebaseerd op de vigerende richtlijnen en zijn doorgaans eenvoudig toe te passen als checklist bij een medicatiebeoordeling. Ze kunnen ook ingebouwd worden in zorginformatiesystemen, als geautomatiseerde beslissingsondersteuning. In Nederland zijn de STOPP-START-criteria de meestgebruikte expliciete screeningsmethoden. 6 De eerste versie van STOPP bevat een lijst met 65 potentieel ongeschikte middelen en groepen van middelen, START bevat een lijst van 22 mogelijke omissies bij patiënten met bepaalde aandoeningen. 4,5,7 Impliciete screeningsmethoden zoals STRIP berusten op een structurele analyse van de medicatie en de aandoeningen van een patiënt. Zo'n volledige medicatiebeoordeling wordt Inleiding Bij ouderen verhoogt polyfarmacie het risico op bijwerkingen. 1 Maar niet alleen ongewenst medicatiegebruik is een probleem bij oudere patiënten; er kunnen juist ook problemen ontstaan doordat noodzakelijke preventieve medicatie ontbreekt. 2 Dit soort problemen worden wel 'farmacotherapiegerelateerde problemen' (FTP's) genoemd. Er zijn verschillende screeningsmethoden ontwikkeld om FTP's bij ouderen op te sporen. Er zijn impliciete methoden, zoals het in Nederland ontwikkelde Systematic Tool to Reduce Inappropriate Prescribing (STRIP), en expliciete methoden zoals de in Engeland en Ierland ontwikkelde Screening Tool of Older Persons' Prescriptions (STOPP) en Screening Tool to Alert doctors to Right Treatment (START). 3,4 De STOPP-STARTcriteria bestaan uit lijsten van geneesmiddelen die potentieel ongeschikt zijn voor ouderen, bijvoorbeeld langwerkende ben-