2012
DOI: 10.5117/nedlet2012.2.rec3
|View full text |Cite
|
Sign up to set email alerts
|

Recensies

Help me understand this report

Search citation statements

Order By: Relevance

Paper Sections

Select...
1

Citation Types

0
0
0
1

Year Published

2017
2017
2020
2020

Publication Types

Select...
2

Relationship

0
2

Authors

Journals

citations
Cited by 2 publications
(1 citation statement)
references
References 0 publications
0
0
0
1
Order By: Relevance
“…Zij krijgen hier waarschijnlijk niet voor betaald, maar Van Baerle verzorgt na afloop in opdracht van de stadsregering een beschrijving van alle festiviteiten en ontvangt daar 1000 gulden voor -een enorm bedrag (het jaarsalaris van een ambachtsman bedraagt in die tijd zo'n 400 gulden).46 Een decennium later worden Geeraerd Brandt, Samuel Coster en Jan Vos gevraagd vertoningen te ontwerpen voor de viering van de vrede van Münster, opnieuw zonder dat ze ervoor betaald worden, maar zeker voor de jonge dichters Brandt en Vos is dit dé gelegenheid om hun (stads)dichterschap te bevestigen.47 Het is dus een investering in de toekomst en inderdaad zal Vos nog vaker gevraagd worden vertoningen te maken, dan ook tegen betaling: in 1654 krijgt hij de flinke som van 400 gulden voor vertoningen ter gelegenheid van de vrede met Engeland; in 1659 een kleiner maar toch ook niet onaanzienlijk bedrag van 150 gulden voor vertoningen ter gelegenheid van de intocht van een deel van de stadhouderlijke familie. 48 Zestiende-, zeventiende-en achttiende-eeuwse dichters kunnen dus goed betaald krijgen voor dit soort stedelijke opdrachten, en ook als ze op eigen initiatief werk opdragen aan de stadsregering worden ze incidenteel betaald.49 Ook kostbare geschenken worden wel uitgedeeld.50 Dat zijn voordelen die je ook kunt genieten als je geen stadsdichter bent: tegenover een incidentele opdracht aan het stadsbestuur staat net zo goed een bedrag als tegenover een opdracht van iemand die regelmatig voor de stad schrijft.51 Wel ligt het voor de hand dat wanneer de stadsregering zelf dichtopdrachten uitdeelt, ze daarvoor eerder een 'stadsdichter' vraagt dan een ander. Het stadsdichterschap kan in deze periode bovendien een cruciale rol spelen in het verwerven van sociaal kapitaal: het aangaan of bestendigen van mecenaatsrelaties met individuele bestuurders.52 Het meest indirect, maar in sommige gevallen van wezenlijk belang, is het voordeel dat stadsdichters in de vroegmoderne voor-wat-hoort-wat-maatschappij kunnen genieten doordat de burgemeesters en andere regenten hen goed gezind zijn.…”
Section: Een Chronologisch Overzichtunclassified
“…Zij krijgen hier waarschijnlijk niet voor betaald, maar Van Baerle verzorgt na afloop in opdracht van de stadsregering een beschrijving van alle festiviteiten en ontvangt daar 1000 gulden voor -een enorm bedrag (het jaarsalaris van een ambachtsman bedraagt in die tijd zo'n 400 gulden).46 Een decennium later worden Geeraerd Brandt, Samuel Coster en Jan Vos gevraagd vertoningen te ontwerpen voor de viering van de vrede van Münster, opnieuw zonder dat ze ervoor betaald worden, maar zeker voor de jonge dichters Brandt en Vos is dit dé gelegenheid om hun (stads)dichterschap te bevestigen.47 Het is dus een investering in de toekomst en inderdaad zal Vos nog vaker gevraagd worden vertoningen te maken, dan ook tegen betaling: in 1654 krijgt hij de flinke som van 400 gulden voor vertoningen ter gelegenheid van de vrede met Engeland; in 1659 een kleiner maar toch ook niet onaanzienlijk bedrag van 150 gulden voor vertoningen ter gelegenheid van de intocht van een deel van de stadhouderlijke familie. 48 Zestiende-, zeventiende-en achttiende-eeuwse dichters kunnen dus goed betaald krijgen voor dit soort stedelijke opdrachten, en ook als ze op eigen initiatief werk opdragen aan de stadsregering worden ze incidenteel betaald.49 Ook kostbare geschenken worden wel uitgedeeld.50 Dat zijn voordelen die je ook kunt genieten als je geen stadsdichter bent: tegenover een incidentele opdracht aan het stadsbestuur staat net zo goed een bedrag als tegenover een opdracht van iemand die regelmatig voor de stad schrijft.51 Wel ligt het voor de hand dat wanneer de stadsregering zelf dichtopdrachten uitdeelt, ze daarvoor eerder een 'stadsdichter' vraagt dan een ander. Het stadsdichterschap kan in deze periode bovendien een cruciale rol spelen in het verwerven van sociaal kapitaal: het aangaan of bestendigen van mecenaatsrelaties met individuele bestuurders.52 Het meest indirect, maar in sommige gevallen van wezenlijk belang, is het voordeel dat stadsdichters in de vroegmoderne voor-wat-hoort-wat-maatschappij kunnen genieten doordat de burgemeesters en andere regenten hen goed gezind zijn.…”
Section: Een Chronologisch Overzichtunclassified