Wat voegt deze netwerktheorie nu toe aan het hersenonderzoek? Al eeuwenlang proberen we te begrijpen hoe ons brein in elkaar zit, maar de geboekte resultaten zijn vooralsnog onbevredigend. Er wordt vaak geprobeerd om specifi eke functies toe te schrijven aan bepaalde hersengebieden, maar het lokaliseren van functies is eigenlijk alleen goed mogelijk voor vrij basale functies, zoals beweging. Het is moeilijk om taal te plaatsen in een specifi ek hersengebied, en het is nog steeds onmogelijk om eigenschappen als perfectionisme of extraversie te lokaliseren. Blijven we nu proberen om iedere functie te reduceren tot een bepaald stukje hersenen, of wordt het tijd om een nieuw gezichtspunt te proberen? Het wordt steeds duidelijker dat de netwerktheorie niet alleen vanuit wiskundig of sociaal psychologisch oogpunt interessant is, ook de hersenen vormen een netwerk. Sterker nog, de hersenen zijn waarschijnlijk het meest geavanceerde netwerk dat er bestaat.In ons hersenweb zijn twee zeer belangrijke eigenschappen van optimaal functionerende netwerken verenigd. Ten eerste geldt het principe van de six degrees of separation ook in de hersenen: ieder hersengebiedje is via een klein aantal stappen verbonden met alle andere hersengebieden. Ten tweede vindt er clustering plaats: in sociale netwerken zijn bijvoorbeeld vrienden van een bepaald persoon vaak ook met elkaar bevriend, wat ervoor zorgt dat kliekjes ontstaan. In de hersenen zorgt locale clustering ervoor dat wat meer specifi eke functies uitgevoerd kunnen worden door een bepaald cluster. Dus, de hersenen zorgen voor lokale specialisatie door clustering, terwijl ook de globale integratie gewaarborgd blijft. Dit type netwerk wordt een small-world-netwerk genoemd. Het is gebleken dat naast de hersenen vele systemen zo'n smallworld-netwerk zijn, bijvoorbeeld het Internet, het wegennet van Nederland en onze genetische structuur (Watts & Strogatz, 1998 (Milgram, 1967