Doel: Preventie van angst-en depressieve stoornissen bij ouderen met symptomen van angst en depressie is zinvol. Wij onderzochten de houding van huisartsen ten aanzien van preventie op dit terrein en de kansen tot verbetering van preventietaken. Methode: 700 huisartsen ontvingen een vragenlijst (respons is 263, 38%). Het preventiegedrag van huisartsen en hun mening over de zinvolheid van screenen op angst en depressie werden gerelateerd aan huisarts-, praktijk-en populatiekenmerken. Ook is onderzocht welke barrières samengaan met preventie. Resultaten: Een derde van de huisartsen vindt screenen op angst en depressie bij ouderen zinvol. Ongeveer driekwart vindt zichzelf extra alert op angst en depressieve symptomen bij ouderen uit hoogrisicogroepen. Vergeleken met 'extra alert zijn' vinden zij dat zij minder vaak ongevraagd advies geven over interventiemogelijkheden. Er is meer aandacht voor preventie bij ouderen met somatische en/of psychosociale risicofactoren voor angst en depressie dan bij ouderen met sociaaldemografische risicofactoren. Praktische barrières bij preventie worden het vaakst genoemd. Minder vertrouwen in de effectiviteit van interventies gaat samen met minder vaak ongevraagd adviseren. Meer vertrouwen in de behoefte en motivatie van de doelgroep gaat samen met de mening dat screenen zinvol is. Conclusie: Hoewel huisartsen aangeven alert te zijn op angst en depressie bij ouderen, vinden ze screening en ongevraagd adviseren minder zinvol. Sommige barrières voor screening en ongevraagd adviseren zouden kunnen worden weggenomen. Dit kan leiden tot een verandering in houding en verbeterde preventie.Trefwoorden: angst, depressie, ouderen, preventie, hoogrisicogroepen, huisarts Inleiding De komende decennia neemt het aantal ouderen in Nederland fors toe. 1 Dit leidt tot een toename van gezondheidsproblemen die gepaard gaan met ouder worden, waaronder angststoornissen en depressies. Angststoornissen en depressiviteit bij ouderen komen wereldwijd en in Nederland frequent voor en dragen in belangrijke mate bij aan de ziektelast en de beperking van kwaliteit van leven. 2-9 Ze komen vaak samen voor en hebben ook een detecteerbare subklinische vorm, waarbij, ondanks klachten, (nog) niet voldaan wordt aan de diagnostische criteria voor een angst-of depressieve stoornis. De prevalentie van dergelijke subklinische angst en depressie bij ouderen in Nederland is rond de 15%. Preventie van subklinische vormen van angst en depressie is effectief en kan de overgang naar klinische depressies met ongeveer een kwart verminderen, mits klachten op tijd gesignaleerd worden. 10,11 Dit geldt ook voor ouderen. 12,13 Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft standaarden voor de diagnostiek en behandeling van angst-en depressieve stoornissen in de huisartspraktijk. Deze standaarden zijn weinig gericht op het vroegtijdig signaleren van subklinische symptomen van angst en depressie. 14,15 Jaarlijks bezoekt meer dan 85% van de volwassenen van 65 jaar en ouder ten minste één keer de huisarts. 16 De huisarts kan dus een be...