De systematische plunderingen die landen als Irak, Afghanistan en Syrië al decennialang moeten ondergaan, zijn gelinkt aan een vorm van transnationale georganiseerde misdaad die enorme opbrengsten kan opleveren: illegale handel in cultuurgoederen. Ook terroristische organisaties zagen daarin een lucratieve mogelijkheid om hun oorlogsvoering te financieren. Cultuurgoederen werden massaal uit musea en archeologische sites geplunderd en het land uit gesmokkeld. Door de grootschalige vernielingen, plunderingen en verhandeling van cultuurgoederen waar Islamitische Staat zich in Syrië en Irak schuldig aan maakte, kwam er meer aandacht voor dit criminaliteitsfenomeen. Dit behoeft echter nog verder onderzoek met het oog op beleidsvorming. Naast de organisatorische kenmerken van dat criminaliteitsfenomeen is het in grote mate onbekend wat de opbrengsten waren die terreurbewegingen daaruit gehaald hebben. Zeer uiteenlopende, vaak verkeerde, cijfers doen daarover de ronde en maken de nood aan diepgaand empirisch onderzoek duidelijk – ook in België.