Voor deze editie van Ziek is het woord niet is gebruik gemaakt van voorwoord Na twintig jaar ligt het voor de hand om historisch naar dit boek te kijken, om het te plaatsen in zijn tijd. Daarbij is het mogelijk om vragen te stellen zoals: waarom was taal zo belangrijk eind jaren tachtig? Waarom probeerden we juist toen te laten zien dat woorden niet op dingen geplakt zitten, zoals etiketten op potjes, maar een geschiedenis hebben en deel uitmaken van praktijken? Het antwoord zou kunnen zijn dat het een poging was om het heden beweeglijker te maken. Immers, als er in de loop der jaren steeds nieuwe woorden gebruikt waren om nieuwe dingen te zeggen, dan was het ook mogelijk om in het heden met andere woorden andere praktijken te helpen vormgeven. Maar wellicht waren het vooral sommige woorden die ons intrigeerden: 'wereldvrede', bijvoorbeeld, een al in de jaren vijftig in vergetelheid geraakt ideaal. Of 'volk', dat tegelijk een biologische en een sociale betekenis had en dat in de loop van de jaren zestig werd ingeruild voor het epidemiologische 'populatie'. En dan natuurlijk 'hulpvraag', een prachtig woord uit de jaren zeventig, dat in de jaren tachtig van een 'vraag om antwoord' in een 'vraag om aanbod' dreigde te veranderen. We hoopten misschien dat we dat konden tegenhouden door het te signaleren. 'Waarom vragen' beantwoorden, is overigens allerminst het genre geschiedschrijving dat in dit boek wordt beproefd. De methode van Ziek is het woord niet is een andere: die van het aanbrengen van contrast. De ene wijze van spreken wordt hier telkens opnieuw gemobiliseerd om de andere wijze van spreken inzichtelijk te maken. Een 'hulpvraag' is niet hetzelfde als een 'ziekte' of een'probleem' en door precies te ontrafelen waaruit de onderlinge verschillen bestaan, wordt gaandeweg duidelijk wat een 'hulpvraag' wel is. Op een vergelijkbare wijze zouden we nu, zoveel jaar later, Ziek is het woord niet kunnen contrasteren met andere teksten om duidelijk te maken wat er de eigenheid van uitmaakt. Maar welke andere teksten zouden leerzame punten van contrast kunnen vormen? Teksten uit de medische sociologie; de filosofie van de geneeskunde; het wetenschapsonderzoek; semiotische teksten of ethische teksten of medische teksten of beleidsteksten; historische teksten; teksten van eerder of van later. Nederlandse, Engelse, Duitse of Franse teksten. Mogelijkheden genoeg. Veel te veel voor een inleiding.Het is echter maar de vraag of historisch naar dit boek kijken, hoe voor de hand liggend ook, wel zo interessant is. Wie historisch kijkt, neemt immers afstand. Die is het niet langer in de eerste plaats eens of oneens met wat hij of zij leest, maar positio neert het. Ver weg, lang geleden. Dat is een krachtige techniek, die inzicht biedt in waar iets vandaan komt, of die, al contrasterend, reliëf aanbrengt. Dat is ook precies wat in dit boek wordt geprobeerd. Maar tegelijk is historiseren al vlug een manier om discussie uit de weg te gaan. Het laat immers zien dat de termen van de discussie verschoven zijn: de woorden, de regels, ...