Samenvatting Met het ouder worden neemt de kans op het krijgen van aandoeningen en beperkingen toe. Het zou zeer gunstig zijn wanneer met periodiek geneeskundig onderzoek deze aandoeningen en beperkingen vroegtijdig worden opgespoord om het verdere beloop in positieve zin te kunnen beı¨nvloeden. Aan de hand van literatuur en van uitkomsten van eigen onderzoek wordt ingaan op de aandoeningen die voor screening in aanmerking komen en wordt aandacht besteed aan de mogelijke rol van de praktijkverpleegkundige. Systematische screeningprogramma's gericht op de volledige populatie ouderen in de huisartspraktijk worden niet geadviseerd. Ook van systematische preventieve huisbezoeken van ouderen door een praktijkverpleegkundige is de effectiviteit niet aangetoond. Het enige preventieve programma bij ouderen waarvan mogelijk wel effect is te verwachten, is een programma gericht op het verminderen van vallen. Op basis van de beschikbare gegevens is er geen reden om aan te nemen dat screening op verouderingsaandoeningen aanvullende waarde heeft naast de reguliere zorg van de huisarts aan ouderen.