Het gebruik van bewezen effectieve methoden in de jeugdzorg neemt toe. Jeugdzorgaanbieders kunnen zelf bijdragen aan het beschikbare arsenaal van effectieve interventies, door de methodieken die ze gebruiken wetenschappelijk te toetsen. Het project Zicht op effectiviteit heeft een werkwijze opgeleverd om gedegen onderzoek te doen in de praktijk, op een manier die niet alleen de effectiviteit van een interventie aantoont, maar ook direct de kwaliteit van de hulpverlening verbetert.De jeugdzorg moet zo veel mogelijk werken met bewezen effectieve interventies. Dat levert echter voor beroepskrachten in de jeugdzorg een praktisch probleem op: van de meeste beschikbare interventies is de effectiviteit nog niet bewezen. Jan Willem Veerman en Tom van Yperen (2008) schatten dat hooguit 1 tot 5 procent van alle in de jeugdzorg gebruikte interventies het predicaat 'bewezen effectief' verdient.Er moeten dus meer bewezen effectieve interventies beschikbaar komen. Maar het ontwikkelen daarvan kost tijd. In het ideale geval begint dat proces met een theorie over waarom een bepaalde aanpak bij een probleem kan helpen, of met de import van een in het buitenland bewezen interventie. Vervolgens moet experimenteel onderzoek aantonen in hoeverre de interventie een oplossing is voor het probleem. Blijkt de interventie effectief te zijn, dan wordt die verder ingevoerd in de jeugdzorg. Daarbij wordt -nog steeds in het ideale