Final year medical trainees from one medical school were able to complete aviation's sensorimotor skills and personality traits selection instruments within the set time frame. They scored differently from aviation trainees on selected skills and personality traits. The applicability and utility of aviation instruments to presurgical training preparation remains to be tested.
Er verandert de komende tijd veel in de opleiding tot verpleeghuisarts. Verpleeghuisartsen en sociaal geriaters gaan samen e´e´n nieuwe medische beroepsgroep voor ouderen vormen en dat krijgt zijn weerslag in de opleiding. Een ander nieuw initiatief is de kaderopleiding psychogeriatrie.Twee jaar geleden besloten de beroepsverenigingen van de verpleeghuisartsen en de sociaal geriaters dat zij samen e´e´n nieuwe medische beroepsgroep voor ouderen wilden vormen. Hiervoor waren verschillende redenen. Ee´n daarvan was de toekomstverwachting met betrekking tot dementie. Niet alleen zal het aantal patie¨nten sterk stijgen, ook de plaats waar de zorg geboden wordt zal veranderenen. Voor een goede afstemming van de activiteiten van de diverse hulpverleners zal veel deskundigheid en creativiteit nodig zijn. Bovendien groeiden verpleeghuisartsen en sociaal geriaters in de praktijk al steeds meer naar elkaar toe.Verpleeghuisartsen waren de laatste jaren al steeds actiever in allerlei projecten buiten het verpleeghuis, bijvoorbeeld in verzorgingshuizen en ziekenhuizen. Een kleine groep fungeerde ook al als consulent van de huisarts bij thuiswonende ouderen met geriatrische problemen, soms georganiseerd in Geriatrische Onderzoeks-en Adviescentra. Daarmee kwamen deze verpleeghuisartsen op het terrein waar de sociaal geriater in de ambulante GGZ ook werkt; binnen het totale gebied van de ouderenpsychiatrie hebben de sociaal geriaters zich steeds meer toegelegd op de psychogeriatrie.Naar verwachting zullen deze ontwikkelingen verder doorzetten. De fusie tussen de verpleeghuisartsen en de sociaal geriaters betekent dat er in de zorg voor mensen met psychogeriatrische en somatisch-geriatrische problemen meer continuı¨teit zal ontstaan tussen de fase dat clie¨nten nog zelfstandig wonen en het moment dat zorg en wonen aan elkaar worden gekoppeld. Nieuw voor de meeste verpleeghuisartsen is vooral de psychogeriatrische en gerontopsychiatrische problematiek bij thuiswonende ouderen. Daarbij zullen zij meer dan tot op heden te maken krijgen met vragen rond vroegdiagnostiek van dementie, met vragen over de mogelijkheden van medicatie in deze fase en met vragen op psychiatrisch terrein. Daarnaast is natuurlijk het zorgsysteem in een thuissituatie heel anders dan bij opgenomen clie¨nten. Ook komen verpleeghuisartsen in deze setting in aanraking met werkwijzen die anders zijn dan binnen de muren van een instelling. Het maakt een groot verschil of je 24 uur per dag kunt terugvallen op de aanwezigheid van een verzorgende of dat je een weduwe met dementie alleen achterlaat na een huisbezoek van drie kwartier. Een en ander heeft zijn weerslag gekregen in een gemeenschappelijk takenpakket van verpleeghuisartsen en sociaal geriaters. Geı¨ntegreerd werkveldHet zal duidelijk zijn dat deze veranderingen niet van vandaag op morgen gerealiseerd zijn. Dat zal geleidelijk aan gebeuren. Daarbij is vooral van belang dat de artsen zich bijscholen op voor hen nieuwe werkterreinen. Op het Henk Geertsema, en, (*) Henk Geertsema is klinisch psycholoog ...
SamenvattingProbleemgedrag bij dementie kan zowel medicamenteus als niet-medicamenteus behandeld worden. Niet-medicamenteuze behandeling via zogeheten psychosociale interventies verdient de voorkeur. Deze interventies zijn soms direct gericht op de psychische gevolgen van de ziekte, maar kunnen ook worden aangewend om (dag)structuur te bieden of de mantelzorger te ondersteunen (interventie in het systeem). Voor medicamenteuze behandeling van probleemgedrag zijn verschillende groepen psychofarmaca beschikbaar: antipsychotica, anxiolytica en benzodiazepinen, antidepressiva, anti-epileptica, cholinesteraseremmers en memantine. Met name antipsychotica hebben veel bijwerkingen, zoals sufheid, extrapiramidale bijwerkingen, risico op een cerebrovasculair accident en sterfte, en hun effect op agitatie is beperkt. Voor vrijheidsbeperking als behandeling van probleemgedrag is nauwelijks plaats. InleidingDementie wordt gekenmerkt door cognitieve stoornissen, problemen in het dagelijks functioneren en probleemgedrag. Voorbeelden zijn algemene rusteloosheid, dwalen, fysieke agressie, depressie of apathie. Probleemgedrag heeft niet alleen een negatieve invloed op de kwaliteit van leven van de patiënt zelf 1 , maar is ook belastend voor de naasten en de mantelzorgers. 2 Deze hebben relatief vaak depressieve klachten. 3 Probleemgedrag, fysieke agressie en depressie 4,5 , maar ook apathie en verlies aan contact met de omgeving 6 zijn belangrijke risicofactoren voor opname in een verzorgings-of verpleeghuis. Daarbij speelt ook overbelasting van de partner een belangrijke rol. 5 BSL -BIJ -3053r2_BIJ 050
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2025 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.