In this study comparing 41 eating disorder patients and 34 female controls, the video distortion technique was used to test the accuracy of body size estimation and to assess the ideal body image. No difference was found in the estimation of actual body sizes, although the accuracy of estimation was quite variable in both bulimics and anorexics. With regard to the ideal body image,significant differences were found: All bulimics and 92.6% of the controls wished to be thinner versus 42.9% of the anorexics (23.8% wished to be larger). Looking at subjective body experience, as measured with a selfreport questionnaire (Body Attitudes Test), body dissatisfaction appeared to be negatively correlated with the ideal body image but not with the estimation of actual body sizes. 0 1994 by John Wiley & Sons, Inc.
Samenvatting Deze bijdrage beschrijft de constructie van de Binge Eating Trigger Questionnaire (BETQ) en de resultaten van een zelfrapporteringsonderzoek naar het voorkomen van eetbuien en de aard van de triggers die eetbuien uitlokken bij een groep vrouwelijke studenten. Ongeveer 41% van de onderzochte vrouwen vermeldt ooit geconfronteerd te zijn geweest met een oncontroleerbare en onweerstaanbare drang tot overmatig eten. Circa 15% geeft aan dagelijks met eetbuien geconfronteerd te worden. De 'triggers' die het frequentst genoemd werden en die tevens de hoogste emotionele belasting-score kregen, waren in volgorde van belang: emotionele triggers (verveling, depressie, angst, gespannen en droevig) en fysiologische triggers (hongergevoel en een drang om zoetigheden te eten). Disfunctionele gedachten over het lichaam en uiterlijk worden in deze groep vrouwelijke studenten zelden als trigger van hun eetbui vermeld.
InleidingHoe vaak komen eetbuien voor bij vrouwelijke studenten in de leeftijd tussen 14 en 25 jaar? Wat zet deze dames ertoe aan om te gaan overeten? Voelen ze zich depressief, eenzaam en verlaten (emotionele triggers), of zijn ze verslaafd geraakt en kunnen ze niet meer weerstaan aan deze vreselijke eetbuien omdat hun lichaam vraagt naar zoetigheden en smakelijke etenswaren (fysiologische triggers)? Hebben deze dames allerlei verkeerde en rare gedachten over hun uiterlijk en hun gewicht, of hebben zij een negatief zelfbeeld, waardoor ze zich overgeven aan deze onweerstaanbare drang tot overeten? Of worden hun eetbuien simpelweg uitgelokt door confrontatie met hun favoriete 'eetbuivoedsel'? Deze vragen kwellen reeds jaren de geest van vele onderzoekers en zijn het onderwerp van deze studie. In een vorige bijdrage (Vanderlinden, 1998 ) werd een overzicht gegeven van de populairste theoretische modellen die een verklaring geven van de manier waarop boulimia nervosa kan ontstaan en beklijven. Het cognitief-gedragstherapeutische 'starvation-bingeing'-model van Fairburn en Cooper (1989) geniet de grootste populariteit. Deze auteurs zijn de mening toegedaan dat irrationele cognities over zichzelf ten grondslag liggen aan de eetstoornis. Binnen dit model zijn het voornamelijk negatieve gedachten en cognities over gewicht en lichaam die als uitlokkende factoren worden beschouwd. Eetbuien worden verder instandgehouden doordat periodiek vasten tot een verhoogde kans op overeten leidt. Lange episoden van vasten kunnen een zogenaamde 'craving'-reactie uitlokken, een onweerstaanbare drang om excessief te eten. Samengevat veronderstelt het 'starvation-bingeing'-model dat het voornamelijk disfunctionele cognities zijn over het lichaam en het zelfbeeld, in combinatie met een periode van vasten, die uiteindelijk de (excessieve) eetbuien uitlokken. Andere onderzoekers (Hansen & De Haan, 1995;Jansen, 1993 ;Schmidt & Marks, 1989 ) suggereren een conditioneringmodel waarbij men ervan uitgaat dat de eetbuien en de drang om excessief te eten geconditioneerd zijn aan 'cues' die voornamelijk verband houden met het specifieke eet...
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.