Het recent archeologisch onderzoek in de middeleeuwse stadskern van Aalst heeft veel informatie opgeleverd over de ruimtelijke ontwikkeling vanaf de volle Middeleeuwen. De grote lijnen van de evolutie van prestedelijke kern tot volwaardige laatmiddeleeuwse stad is de voorgaande jaren reeds meermaals belicht 5 . Elk archeologisch onderzoek en iedere waarneming tijdens graafwerken in de binnenstad laat ons toe deze ruwe schets verder in te vullen en bepaalde interpretaties te toetsen 6 .Een scharniermoment in de stedelijke ontwikkeling van Aalst is de periode rond 1200. De eerste omwalde stad barstte uit haar voegen door de sterke bevolkingstoename in de 12de eeuw, wat resulteerde in de bouw van een nieuwe, vijfmaal grotere, stadsomwalling. De ruimtelijke structuur van de aldus ontstane nieuwe stadswijken werd bepaald door de baan naar Gent, die deel uitmaakte van de handelsweg Brugge-Keulen, en de weg naar Dendermonde (de 1
met bijdragen van Brigitte Cooremans & Mare Van Strydonck 1 InleidingAanduidingen over het bestaan van een vroeg-middeleeuws vrouwenklooster te Moorsel vinden we, zij het dan op zeer versluierde wijze, in de heiligenlevens van de H. Gudula en de H. Berlindis. Laatstgenoemde tekst plaatst de stichting van het klooster ongeveer in het midden van de 7de eeuw. Het heiligenleven van Gudula vermeldt daarentegen voor de 7de eeuw enkel een kerk. Het vrouwenklooster zou er volgens die tekst maar opgericht zijn na de verheffing en overbrenging van de relieken van Gudula (f 712) naar Moorsel. Het klooster kende een kortstondig bestaan tot het einde van de 10de eeuw, wanneer de relieken van Gudula naar Sint-Goriks te Brussel werden overgebracht'. Er zijn historisch-topografische aanwijzingen dat de kloostergrondvesten zich onder het huidige dorpsplein zouden uitstrekken. Het dorp zelf is gesitueerd op de zuidrand van een belangrijke heuvelrug (fig. 1). Aan de voet van die heuvel, langs de Molenbeek, ligt het Hof te Eksel (fig. 1: 4), een motte die door de heren van Moorsel in de eerste helft van de 12de eeuw werd opgeworpen 2 .De afbraak van huizenblok 11-13 op het dorpsplein van Moorsel (fig. 1: 1) bood in het najaar van 1987 een onverwachte kans op onderzoek. Vooraleer het Gemeentekrediet er met de bouw van een filiaal startte, kreeg de toenmalige Nationale Dienst voor Opgravingen de toelating om een noodopgraving uit te voeren 3 . Het bedoelde huizenblok is gesitueerd tussen de ISde-eeuwse Gudulakapel (fig. 1:3), een mogelijke herinnering aan het voormalige klooster, en de Sint-Martinus-parochiekerk (fig. 1: 2) die zich net buiten het dorpsplein bevindt (fig. 2). Gedurende drie maanden (sept.-nov.) werd een areaal
Tongeren, Mombersstraat: zicht op het opgravingsterrein met de Jekervallei op de achtergrond. Tongeren, Mombersstraat site: view of the excavated area with the Jeker valley in the background.
Met dank aan het stadsbestuur van Aalst, in het bijzonder Hilde Heylenbosch (architecte) en Ronny Coen (Openbare Werken). De mechanische afgraving werd uitgevoerd door Marnix Callebaut. Conservator Ann De Block van het Stedelijk Museum Aalst heeft deeltijds aan de opgraving deelgenomen. 12 De postmiddeleeuwse structuren, waaronder een grote bakstenen beerput, vormen het onderwerp van een aparte studie (De Groote et al. 2004).
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.