Benign paroxysmal vertigo in children is characterized by sudden attacks of vertigo lasting seconds or minutes. During the attack, the child has nystagmus and is unable to stand without support. Initially, the attacks are frequent, later slowly disappearing. Nineteen children who were diagnosed in 1975-1981 participated in a follow-up study. Sixteen of them were examined with audiometry and electronystagmography. Age at onset was from 5 months to 8 years, and the symptoms disappeared after 3 months to 8 years. The follow-up was performed 13 to 20 years after diagnosis. Twenty-one percent developed migraine which is somewhat more than in a normal population of this age. Thirty-nine percent had a family history of migraine which is a figure considerably lower than in a migraine population. None still had vertigo or a balance disorder. Our conclusion is that benign paroxysmal vertigo has a favorable outcome, and it is not a general precursor of migraine.
In our hospital in 1989 a series of 30 healthy elderly people participated in a study to evaluate the effect of physical training on improving balance. Thereafter, the majority of the people in this group continued with some kind of balance training. Seven years later we followed up 17 of the people who had participated in the original study. We wanted to evaluate the balance performance of these physically active elderly people (mean age 80.5 years) and compare it with their balance performance 7 years previously. Balance was found to be significantly impaired compared with 1989 in four out of six static balance tests. The time required to walk 30 m had increased significantly. The subjective ratings of vertigo and balance problems had not changed significantly, neither had the number of correct steps when walking forwards on one line and backwards between two lines. In dynamic posturography, the test with sway-referenced visual cues showed improved postural control, but no change in sway was seen in the other five sensory conditions. When sudden backward translations of the platform occurred, increased latencies of force response were seen.
Changes in balance performance in physically active elderly people aged 73-80 [Scandinavian Journal of Rehabilitation Medicine 2000;32(4):168-72] In ons ziekenhuis namen in 1989 dertig gezonde ouderen deel aan een onderzoek om het effect van lichamelijke training op de verbetering van het evenwicht te evalueren. Na het onderzoek bleef het merendeel van deze personen een of andere vorm van evenwichtstraining doen. Zeven jaar later voerden we een follow-up onderzoek uit onder 17 van de personen die hadden deelgenomen aan het oorspronkelijke onderzoek.Na het eerste onderzoek, zeven jaar geleden, kregen de proefpersonen een wekelijks groepstrainingsuur aangeboden, eenmaal per week, in totaal dertig keer per jaar. De fysiotherapeuten die het trainingsprogramma in het vorige onderzoek hadden ontworpen, gaven aanvankelijk leiding aan de groep. Na een jaar nam een gymnastiekvereniging voor senioren de training over en die werd uitgevoerd in overeenstemming met het door de fysiotherapeuten ontworpen programma. Dit programma bestond uit conditietraining, lopen met verschillende arm-en beenbewegingen, plotseling omdraaien en houdingsveranderingen, visuele fixatie bij hoofdbewegingen, evenwichtsoefeningen tijdens staan en lopen, coo¨rdina-tieoefeningen, balspelen, springen op een trampoline en ontspanningsoefeningen. Het programma werd uitgevoerd met de nadruk op de evenwichtstraining en met begeleiding van muziek. De proefpersonen legden niet extra de nadruk op de evenwichtstests die deel uitmaakten van het onderzoeksprogramma. Over het geheel genomen was de opkomst hoog, hoewel precieze gegevens hierover ontbreken.We wilden de prestaties op het gebied van het evenwicht bij deze lichamelijk actieve ouderen (gemiddelde leeftijd: 80,5 jaar) onderzoeken en vergelijken met de evenwichtsprestaties van zeven jaar eerder. In vergelijking met 1989 bleek het evenwicht significant te zijn verstoord in vier van de zes statische evenwichtstests. Ook de tijd die het nam om dertig meter te lopen was significant toegenomen. De subjectieve beoordeling van de proefpersonen van duizeligheids-en evenwichtsproblemen was niet significant veranderd, evenmin als het aantal juiste passen bij het naar voren lopen over een rechte lijn en achteruitlopen tussen twee lijnen.Bij het dynamische houdingsonderzoek toonde de test met een pendelkantelplank met oogfixatie een verbeterde houdingscontrole, maar er werd geen verandering in de zwaaibeweging gezien in de andere vijf testomstandigheden met de ogen dicht of open. Bij een plotseling kanteling naar achteren van de plank werd een toegenomen onzekerheid waargenomen met betrekking tot de evenwichtsreacties.[01073 vS -vert. Dieuwertje Plancken-Kroon] Stimulus (2002) 21:21
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2025 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.