Objective: To characterize malnutrition in a nonspecific group of newly admitted hospital patients. Design: A prospective, descriptive study aiming to identify typical symptoms of malnutrition in a heterogeneous population of newly admitted patients to the wards of internal medicine. Setting: The wards of internal medicine of the VU University Medical Center. Subjects: A total of 106 patients were included in the study, 70 patients underwent the full interview. Next to nutritional status, the sociodemographics, underlying disease, estimated care complexity, care situation before admission, journey through the care system, nutritional intervention and nutritional follow-up after discharge were described for each patient. Results: Of 70 patients 24 (34%) were malnourished. Malnourished patients suffered two chronic diseases vs one for wellnourished patients (P ¼ 0.05). They also had a higher estimated care complexity (P ¼ 0.035) and a trend towards longer length of hospital stay (P ¼ 0.09). Malnourished patients did not differ from well-nourished patients in age, sex, partner status and care received at home. In all, 54% of the malnourished patients were identified correctly by the medical staff. The reasons for admission to the hospital were diverse in only four out of 24 patients malnutrition was the primary reason for admission. Discharge letters to the general practitioner (GP) contained only fragmentary information about the patients' nutritional status. At 3 months after discharge, most of the GPs were scarcely aware of any nutritional problems of their patients. Conclusions: Malnutrition is difficult to recognize in a nonspecific hospital population. Patients do not present with unique symptoms indicating malnutrition. To be able to correctly identify all malnourished patients, screening of the nutritional status of all newly admitted patients seems to be necessary.
Doel Inzicht krijgen in de plaats die voedingszorg inneemt in de informatieoverdracht tussen huisarts en specialist.Opzet Prospectief cohortonderzoek bij patie¨nten opgenomen op de afdelingen inwendige geneeskunde in een academisch ziekenhuis.Methode Gedurende twee maanden werden alle nieuw opgenomen patie¨nten gescreend op ondervoeding. We analyseerden verwijsbrieven van huisarts naar specialist en ontslagbrieven van specialist naar huisarts op overdracht van voedingszorg. Drie maanden na ontslag vroegen wij aan de huisartsen van de ondervoede patie¨nten een vragenlijst over voedingstoestand en voedingszorg van de patie¨nt in te vullen.Resultaten Honderdenzes patie¨nten werden geı¨nclu-deerd van wie er 70 participeerden in het onderzoek (66% respons). Hiervan was een derde (n=24) in een slechte voedingstoestand. In de dossiers van de ondervoede patie¨nten kwamen zeven verwijsbrieven van de huisarts voor; drie daarvan bevatten informatie over de voeding (stoestand). In de ontslagbrieven werd in 40% van de gevallen geen enkele mededeling gedaan over het gewicht, de voedingstoestand of het voedingsbeleid. In de andere gevallen bestond de informatie uit een enkele opmerking, zonder dat gerichte voedingsadviezen werden gegeven. Complicaties en heropnames kwamen vaak voor en huisartsen bleken drie maanden na ontslag niet of onvoldoende op de hoogte van de voedingstoestand van hun patie¨nten.Conclusie De overdracht van voedingszorg tussen huisarts en specialist was niet gestructureerd en onvolledig. InleidingHet belang van ondervoeding in het genezingsproces ontsnapt vaak aan de aandacht van medici.1-4 Toch komt ondervoeding vaak voor: de prevalentie van ondervoeding bij opgenomen patie¨nten bedraagt 25-60% en bij niet opgenomen patie¨nten 5-40%.5-10Ondervoeding heeft een negatieve invloed op het ziektebeloop, morbiditeit, aantal contacten met de huisarts, medicijngebruik, opnameduur, de kans op heropnames, het algemeen welzijn van de patie¨nt en zelfs op de overlijdenskans.12-14 Hoewel is aangetoond dat vroege opsporing en behandeling van ondervoede patie¨nten positieve resultaten opleveren, zowel in de kliniek als in de thuissituatie,15,16 is dit geen algemeen gebruikelijke zorg.4Wat is bekend? 1. Ondervoeding komt relatief vaak voor bij patie¨nten met chronische ziekten.Wat is nieuw? 1. Huisartsen en medisch specialisten besteden in hun gegevensuitwisseling over opgenomen patie¨nten te weinig aandacht aan ondervoeding.De steeds korter wordende opnameduur heeft tot gevolg dat het herstel van de patie¨nt grotendeels buiten de kliniek plaatsvindt. Het verbeteren en op peil houden van de voedingstoestand wordt hiermee steeds meer de verantwoordelijkheid van huisartsen.Wij willen met dit onderzoek een indruk geven van de aandacht voor voedingszorg in de informatieoverdracht Huisarts en Wetenschap (2005) 48:684-688
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.