Deze rapportage kijkt naar aanknopingspunten voor uitbreiding van de monitoring van burgerbetrokkenheid bij natuur, met als doel om bij te dragen aan betere grip op deze burgerbetrokkenheid. Dit is gedaan door een brede inventarisatie van kennisbehoeften in literatuur en diverse momenten van interactie met betrokkenen. Op basis hiervan wordt een dashboard gepresenteerd waarin de belangrijkste kennisbehoeften zijn geclusterd op 4 hoofdthema's: percepties van burgers rondom natuur, activiteiten van burgers in relatie tot natuur, de organisatie van de natuurbetrokkenheid van burgers en de effecten van burgerbetrokkenheid bij natuur. Ook is gekeken naar methodische aanknopingspunten voor het (door)ontwikkelen van indicatoren door deze te verdiepen om ze meer betrouwbaar te maken, ze te verbreden voor het ophalen van aanvullende informatie of via ontwikkeling van nieuwe methoden. We concluderen dat de veelvormigheid van burgerbetrokkenheid bij natuur vraagt om expliciete inzet op een spectrum aan indicatoren dat deze betrokkenheid vanuit verschillende invalshoeken in kaart brengt.
Wat boeren zien als een goede boer en een goed landschap heeft invloed op hun houding ten opzichte van natuurinclusieve landbouw. Wij onderzochten culturele normen ten aanzien van 'goede boer' en 'goed landschap' door kwalitatief onderzoek onder 24 boeren in 4 casestudygebieden. Een goede boer is herkenbaar aan zijn land. Hoe goed land eruit hoort te zien, hangt af van het doel. Voor voedselproductie moet het strak en netjes zijn, natuurinclusief land mag er rommeliger uitzien. Respondenten zien dat culturele normen veranderen, met name als gevolg van nieuwe praktijken die zichtbaar zijn in het landschap. Voor natuurinclusieve landbouw is nieuw vakmanschap nodig om het in de praktijk te kunnen brengen en om het te kunnen herkennen en waarderen bij anderen. Dat vraagt om subculturen waarin dergelijk cultureel kapitaal wordt opgebouwd. De agrarische collectieven voor agrarisch natuurbeheer zijn daar een voorbeeld van. Het rapport bevat handelingsperspectieven voor de beïnvloeding van culturele normen.
In light of the challenges imposed by climate change, many countries are 'planning' for energy transition. Interactions between different actors in transition arenas, help shift the current complex socio-technological energy system towards a new sustainable one. A critical issue is integrating the new energy system with other land-uses and spatial issues. In the Netherlands, regional design ateliers were organized to explore and address these challenges. We conceptualized the regional design ateliers on energy and space as systemic transition arenas in planning for energy transition and analysed their contribution to the regional energy transition process. The design ateliers played an important role in creating insights into regional energy transition and its spatial implications. This raised awareness and affected the perspectives of several stakeholders on energy transition. Our study also showed that some important (spatial) aspects, such as smart combinations with other land-uses and the transport and storage of energy, received little attention during the ateliers, leading to unfinished conversations. We argue that regional design ateliers should also be organized in the upcoming stages of 'planning' for energy transition to further fuel the transition process and fully exploit the benefits of regional design ateliers as systemic transition arenas.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.