Overdracht en tegenoverdracht bij vroegkinderlijke traumatisering Nelleke Nicolai Tijdschrift voor Psychotherapie 2008 [34] 06 www.psychotherapie.bsl.nl Overdracht en tegenoverdracht bij vroegkinderlijke traumatisering 433
Splitsen als afweerstrategie is een centraal kenmerk van de borderline-persoonlijkheidsstoornis. Voor de dissociatieve stoornis is dissocie¨ren een centraal kenmerk. Tussen deze beide afweervormen wordt in vele psychoanalytische theoriee¨n geen onderscheid gemaakt, terwijl klinisch sprake is van een grote overlap in symptomatologie en verschijningsvorm tussen beide typen stoornissen. In dit artikel wordt betoogd, dat splitsen een algemeen afweermechanisme is, dat zich niet beperkt tot de zogenaamde vroege stoornissen en dat dezelfde dynamiek vertoont als dissocie¨ren. Bij de borderlinepersoonlijkheidsstoornis is sprake van een onvermogen tot integratie van verschillende zelf-en objectbeelden op grond van cognitieve en affectieve instabiliteit. Hierbij maakt het niet uit hoe deze zijn ontstaan. Bij zowel dissociatieve stoornissen als de borderline-persoonlijkheidsstoornissen wordt de relatie met vroeg-kinderlijk seksueel misbruik en mishandeling steeds beter geboekstaafd.Voor de behandeling is echter van belang dat er een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen borderlinepersoonlijkheidsstoornissen en dissociatieve stoornissen. De behandeling van borderline-persoonlijkheidsstoornissen vereist een andere aanpak dan die van dissociatieve stoornissen. Op grond van literatuuronderzoek wordt geconcludeerd, dat het splitsen van objecten bij patie¨nten met een borderline-persoonlijkheidsstoornissen op een primitievere psychische organisatie terug te voeren lijkt dan dissociatie. InleidingWat wordt er eigenlijk gesplitst als we het over splitsen als afweermechanisme hebben? Wat is de overeenkomst tussen het afsplitsen van traumatische herinneringen en gevoelens en het splitsen van verschillende zelf-en objectbeelden? Of zijn dit zaken van verschillende orde? Deze vragen lijken op het eerste gezicht academisch van aard, maar als we de fenomenologische en dynamische overeenkomsten en verschillen tussen de borderline-persoonlijkheidsstoornis en de dissociatieve stoornissen in ogenschouw nemen, blijken ze van belang. Met name als het gaat om de behandeling van deze ziektebeelden.In dit artikel onderzoek ik de verschillende betekenissen, die het begrip splitsen in de psychoanalytische literatuur en de trauma-theoriee¨n heeft gekregen. Centraal staat de vraag wat er precies bedoeld wordt, wanneer er over splitsen wordt gesproken en welke dynamiek eraan ten grondslag ligt. Een antwoord op deze eerste vragen kan ons helpen bij de vraag of de borderline-persoonlijkheidsstoornis en de dissociatieve identiteitsstoornis manifestaties zijn van eenzelfde intrapsychische dynamiek of dat we hier te maken hebben met twee verschillende aandoeningen met elk een eigen etiologie en dynamiek, die alleen op het niveau van symptomen enige overlap vertonen.Borderline-en dissociatieve stoornis: overeenkomsten en verschillen Er bestaat de laatste jaren verschil van mening over het antwoord op de vraag of de dissociatieve identiteitsstoornis, zoals de meervoudige persoonlijkheidsstoornis tegenwoordig heet, een aparte klinische entiteit i...
IntroductionA new line of insomnia research focuses on the developmental trajectories from early live stress to insomnia in adulthood. Adverse childhood experiences (ACE’s) might create a vulnerability for later maladaptive coping with distress, as seen in chronic hyperarousal or insomnia. In an functional magnetic resonance imaging (fMRI) study, failure to dissociate the neurobiological components of shame from autobiographical shameful memories in insomnia was reflected by continued activation of the dorsal anterior cingulate cortex (dACC), which may be a result of maladaptive coping in the wake of ACE’s. Following up on that study, the current pilot study explores the relation between ACE’s, shame coping-styles, adult insomnia, hyperarousal, and neurobiology of autobiographical memory.MethodsWe used existing data (N = 57) from individuals with insomnia (N = 27) and controls (N = 30), and asked these participants to complete the childhood trauma questionnaire (CTQ). Two structural equation models were used to test the hypotheses that shame-coping styles and insomnia symptom severity mediate the association between ACE’s and (1) self-rated hyperarousal symptoms and (2) dACC activation to recall of autobiographical memories.ResultsFor the association between ACE’s and hyperarousal, there was a significant mediation of shame-coping style (p < 0.05). This model also indicated worse shame coping with more ACE’s (p < 0.05) and worse insomnia symptoms with more ACES’s (p < 0.05), but no association between shame coping and insomnia symptoms (p = 0.154). In contrast, dACC activation to recall of autobiographical memories could only be explained by its direct association with ACE’s (p < 0.05), albeit that in this model more ACE’s were also associated with worse insomnia symptoms.DiscussionThese findings could have an implication for the approach of treatment for insomnia. It could be focused more on trauma and emotional processing instead of conventional sleep interventions. Future studies are recommended to investigate the relationship mechanism between childhood trauma and insomnia, with additional factors of attachment styles, personality, and temperament.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.