No abstract

Our findings suggest that, in contrast with other severe mental disorders where low intelligence is a risk factor, higher than average intelligence might increase the vulnerability to develop an ED. © 2016 Wiley Periodicals, Inc.(Int J Eat Disord 2017; 50:481-489).

In this study, we investigated the construct validity of the theory-driven profile interpretation of the Dutch Short Form of the MMPI (DSFM; Luteijn & Kok, 1985), an interpretation method aimed at assessing structural features of personality based on Kernberg and Caligor's (2005) views concerning personality organization. We utilized the four dimensions of the Social Cognition and Object Relations Scale (SCORS; Westen, Lohr, Silk, Gold, & Kerber, 1990) as external criteria. Results showed that, congruent with theoretical expectations, the DSFM profiles predicted structural features of personality functioning, especially identity diffusion as measured by the SCORS, after adjustment for the effect of the single scales used to construct the profiles. These findings provide further support for the construct validity of the DSFM profiles to measure structural features of personality organization. We discuss directions for future research and clinical implications.

Social cognition and its association with level of personality organization (PO) were examined in 163 patients with severe somatoform disorders (SFDs) and 151 psychiatric (PSA) control patients. Social cognition was measured with the Social Cognition and Object Relations Scale, which assessed both affective and cognitive facets of social cognition. Levels of PO were assessed using theory-driven profiles of the Dutch Short Form of the Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI). The SFD patients exhibited impairments in the cognitive facets of social cognition but not more so than the PSA controls. The results for the affective aspects indicated that the SFD patients exhibited lower levels of emotional investment yet higher affect tone in interactions than the PSA controls. In contrast to the control group, level of PO was not associated with social cognition in SFD. Together, the results indicated that impairments in complexity of mental representations are not specific to SFD patients, yet impairments in emotional investment may be specific to SFD.

In dit artikel worden de resultaten gepresenteerd van een eerste studie naar de constructvaliditeit van (Luteijn & Kok, 1985) beschreven, die het dimensionele NVM-model van persoonlijkheidspathologie en het dynamisch-structurele model van persoonlijkheidspathologie van Kernberg (1984Kernberg ( , 1996 integreert. De pretentie van deze profielgestuurde interpretatiemethode van de NVM is dat zij het mogelijk maakt in korte tijd hypothesen te genereren over de ernst van de structurele persoonlijkheidspathologie en de draagkracht van een individu. Op basis hiervan kan een eerste klinisch oordeel worden gevormd en kunnen voorlopige richtlijnen voor het psychotherapeutische handelen worden afgeleid. In dit artikel wordt verslag gedaan van een eerste onderzoek naar de constructvaliditeit van deze profielinterpretatie. Daarbij is als extern criterium een maat voor structurele persoonlijkheidspathologie gebruikt, namelijk de mate van Complexiteit van mentale representaties van het zelf en anderen.De theorie achter de NVM-profielinterpretatie