aan Cécile
Woord voorafDe eerste stappen van het onderzoek dat ik in mijn proefschrift beschrijf, zijn nu ruim vijf jaar geleden gezet. Na mijn afstudeerstage wilde ik graag een natuurkundig promotieonderzoek doen en Gerard Meijer bood mij die kans. Hij had in Nijmegen net een onderzoek gestart om koude moleculen te maken. Mijn interesse was gewekt en terwijl ik nog op het zonnige La Palma verbleef om sterren te kijken, besloot ik me te gaan verdiepen in het koude en het kleine. Mijn promotieonderwerp werd het bouwen van een opslagring voor neutrale moleculen. De Stark-afremmer die Rick Bethlem net operationeel had, zou gebruikt gaan worden om de moleculen in de ring te injecteren. Het eerste jaar bestond vooral uit het leren kennen van de apparatuur, zoals omgaan met hoogspanning, vacuüm en de lasersystemen. Het ontwerp voor de opslagring was vrij snel klaar en de ring kon gebouwd worden.Inmiddels was de hele Koude-Moleculengroep verhuisd naar het FOM-instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen. Dat betekende voor mij dagelijks op en neer reizen van Nijmegen naar Nieuwegein in het paarse Mazdaatje.Op 5 december 2000, Sinterklaasavond, was de opslagring voor neutrale moleculen een feit: een pakketje moleculen had een rondje gevlogen in de ring. Al gauw konden we meer rondjes meten en bij verschillende snelheden. Deze eerste metingen met de ring en de publicatie ervan in Nature behoorden tot de betere, zij het enigszins verlate, Sinterklaascadeautjes die ik gehad heb.De natuurkunde beperkte zich niet alleen tot het lab. De wetenschappelijke conferenties en summer schools, die ik bezocht heb, waren erg interessant en leerzaam. Je ziet bijvoorbeeld niet elke dag Nobelprijswinnaars in het wild. Leuk waren ook de ontmoetingen met collega-promovendi en onderzoekers. Vooral aan de bijeenkomsten in Les Houches in de zomerén in de winter en de US Particle Accelerator School in Boulder heb ik prettige herinneringen. Al deze zaken hebben mij meer dan eens duidelijk gemaakt dat ik aan het front van een zeer interessant vakgebied mocht vertoeven.Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik veel hulp gehad van anderen en daarom bedank ik hen graag in dit woord vooraf.Zonder technicus ben je nergens als experimenteel fysicus. Gelukkig kon ik een beroep doen op André van Roij. André is een technicus die aan een half woord genoeg heeft om precies dat te maken of te tekenen wat jij nodig hebt. Zonder zijn hulp zouden er maar weinig rondjes in de opslagring gemeten zijn.
vii
Woord voorafOp Rijnhuizen kon ik ook altijd een beroep doen op Paul Smeets en zijn ongeëvenaarde kennis van het instituut. Als ik een apparaat nodig had, wist hij het wel ergens op te duikelen. Ook voor kleine klusjes stond hij altijd klaar. Wim Melissen, Martin van der Kaaij en Ton van der Grift hebben mij wegwijs gemaakt in de wereld van de (hoogspannings)electronica en mooie pulsers voor mij gebouwd. De tekeningen van mijn opstelling gemaakt door Frank van Amerongen hebben diverse publicaties opgesierd.Magda Speijers en Erna Gouwens van Oss hebben allerlei geregel voor...