De kindertandheelkunde in Nederland laat vanaf de jaren '70 van de vorige eeuw een sterke afname zien van cariës in het kindergebit. Deze afname wordt door deskundigen toegeschreven aan de verbeterde mondhygiëne en aan de invoering van fluoridetandpasta vanaf deze periode. Aan deze ontwikkeling lijkt een einde te zijn gekomen. De huidige situatie laat helaas zien dat de meeste carieuze caviteiten in de tijdelijke dentitie onbehandeld blijven. De stellingname dat de vigerende restauratieve verzorgingsgraad omhoog moet, is derhalve goed verdedigbaar. Op basis van nieuwe inzichten in de cariologie van de laatste decennia wordt een lans gebroken om het oude paradigma van de restauratieve benadering te verlaten ten gunste van een preventieve benadering bij de behandeling van cariës.
InleidingTot de jaren '70 van de vorige eeuw nam cariës in Nederland sterk toe, vooral in het kindergebit (Van Amerongen, 1968). Al in de daaraan voorafgaande decennia was het besef ontstaan dat, om cariës effectief te voorkomen en te behandelen, de prioriteit wellicht niet bij de ouderen, maar bij de jongeren, en misschien wel bij de allerjongsten moest worden gelegd. In 1958 werd aan de afdeling Conserverende Tandheelkunde van de Universiteit van Utrecht een eerste afdeling Pedodontie opgericht, een initiatief dat vrij kort daarna navolging vond in Nijmegen en iets later in Groningen en Amsterdam. Erg veel aandacht kreeg vanaf dat moment de restauratieve interventie, ook in de tijdelijke dentitie, waarbij de preparatieprincipes van Black werden gehanteerd. Daarnaast kwam de preventie op gang, vooral ook dankzij het waterfluorideringsonderzoek in Tiel, waarbij de resultaten werden vergeleken met die van het niet-gefluorideerde Culemborg (Backer Dirks et al, 1961; Backer Dirks, 1974).Vanaf 1968, toen het eerste nationale congres Kindertandheelkunde werd georganiseerd in Utrecht kwam de aandacht voor het kindergebit in een stroomversnelling. In 1970 werd de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde opgericht. Het Ivoren Kruis startte een intensieve voorlichtingscampagne over voeding, mondhygiëne en fluoride. Op scholen werden fluoridespoelprogramma's opgezet, er kwamen fluoridetabletten op de markt en tandartsen introduceerden fluoridegel, fluoridevernis en sealants in de behandeling. Het is achteraf moeilijk vast te stellen wat de invloed van al die kindgerichte activiteiten is geweest, maar het is een feit dat cariës in het kindergebit sindsdien spectaculair is afgenomen (Truin et al, 2010). Deze afname van cariës wordt door deskundigen toegeschreven aan de verbeterde mondhygiëne en aan de invoering van fluoridetandpasta .Opvallend in deze ontwikkeling is dat de gehele vorige eeuw de nadruk bij de behandeling van cariës lag op de restauratieve interventie, dat wil zeggen op het vullen van caviteiten, waarbij men nog steeds terugviel op de uitgangspunten van Black. Toch is het aardig vast te stellen dat ook Black de eerste prioriteit gaf aan preventief behandelen. In The New York Times werd onlangs nog (15 april 2008) zijn visie op...