In dit artikel wordt een individuele, ambulante en clie¨ntgerichte vorm van psychotherapie met drugsgebruikers voorgesteld. Om werkzaam te zijn bij die doelgroep wordt de clie¨ntgerichte methodiek in bepaalde opzichten aangepast. Het motivationele gespreksmodel van Miller en het draaideurmodel van verandering van Prochaska en DiClementi fungeren daarbij als inspiratiebron. Eerst wordt ingegaan op de mogelijkheden van individuele psychotherapie bij drugsgebruikers via een beknopt overzicht van de relevante literatuur. Na een korte beschrijving van de werksetting en clie¨ntenpopula-tie wordt een model van individuele motivationele clie¨nt-gerichte psychotherapie uiteengezet. Dat gebeurt door aandachtspunten te accentueren die de clie¨ntgerichte therapeut indachtig zal moeten zijn als hij werkt met drugsgebruikers. Tot slot volgt het verhaal van Roel: een casus waarin het model aan de hand van de concrete praktijk wordt toegelicht.
InleidingAnno 2001 bestaan er verschillende behandelingsmodaliteiten voor drugsgebruikers. Rekening houdend met factoren als duur en ernst van de verslaving alsook met de sociale context en eventueel aanwezige psychopathologie, kan een keuze gemaakt worden uit schadebeperkende of drugsvrije behandeling, ambulante of residentie¨le behandeling en individuele of groepspsychotherapie (Martens, 2000).Tot ongeveer 1960 was individuele psychotherapie de dominante behandelvorm voor drugsgebruikers. Dat veranderde wegens de beperkte resultaten van de -toen dominante -psychodynamische ambulante psychotherapie met dat clie¨nteel (Rounsaville & Carrol, 1998
Individuele psychotherapie bij drugsgebruikers: een overzichtTal van studies tonen aan dat individuele psychotherapie, zij het met een aantal aanpassingen, een zinvol en soms zelfs wenselijk aanbod is bij de behandeling van drugsgebruikers. Drugsgebruikers die enkel individuele psychotherapie krijgen aangeboden, doen het in ieder geval beter dan diegenen die geen behandeling krijgen (Lambert & Bergin, 1994). Verder blijkt individuele psychotherapie het effectiefst bij drugsgebruikers met zwaardere psychopathologie (Woody, McLellan, Luborsky & O'Brien, 1995;Carrol, Rounsaville & Gawin, 1991;Carrol, Rounsaville, Gordon, Nich, Jatlow, Bisighini & Gawin, 1994;Carrol, Nich & Rounsaville, 1995). Ten slotte suggereert follow-up-onderzoek dat de positieve effecten van individuele psychotherapie nog stijgen na bee¨indiging van de behandeling (Woody, McLellan, Luborsky & O'Brien, 1987; Woody en anderen, 1995). Rounsaville en Carrol (1998) stellen dan ook dat er duidelijk plaats is voor individuele psychotherapie in de behandeling van drugsgebruikers. Individuele psychotherapie kan nuttig zijn als introductie tot een breder behandelingsplan (bijvoorbeeld om een drugsgebruiker te motiveren tot een behandeling). Bij experimentele tot matige gebruikers is de aanpak op zichzelf effectief. Verder kan individuele psychotherapie een uitkomst bieden als andere behandelingsvormen (bijvoorbeeld residentie¨le therapie in een therapeutische gemeenschap) misluk...