This article systematically reviews the literature on the impact of collaboration between pharmacists and general practitioners and describes its effect on patients' health. A systematic literature search provided 1041 articles. After first review of title and abstract, 152 articles remained. After review of the full text, 83 articles were included. All included articles are presented according to the following variables: (i) reference; (ii) design and setting of the study; (iii) inclusion criteria for patients; (iv) description of the intervention; (v) whether a patient interview was performed to involve patients' experiences with their medicine-taking behaviour; (vi) outcome; (vii) whether healthcare professionals received additional training; and (viii) whether healthcare professionals received financial reimbursement. Many different interventions are described where pharmacists and general practitioners work together to improve patients' health. Only nine studies reported hard outcomes, such as hospital (re)admissions; however, these studies had different results, not all of which were statistically significant. Randomized controlled trials should be able to describe hard outcomes, but large patient groups will be needed to perform such studies. Patient involvement is important for long-term success.
BackgroundAdvance Care Planning (ACP) and its documentation, accessible to healthcare professionals regardless of where patients are staying, can improve palliative care. ACP is usually performed by trained facilitators. However, ACP conversations would be more tailored to a patient’s specific situation if held by a patient’s clinical healthcare team. This study assesses the feasibility of ACP by a patient’s clinical healthcare team, and analyses the documented information including current and future problems within the palliative care domains.MethodsThis multicentre study was conducted at the three Groningen Palliative Care Network hospitals in the Netherlands. Patients discharged from hospital with a terminal care indication received an ACP document from clinical staff (non-palliative care trained staff at hospitals I and II; specialist palliative care nurses at hospital III) after they had held ACP conversations. An anonymised copy of this ACP document was analysed. Documentation rates of patient and contact details were investigated, and documentation of current and future problems were analysed both quantitatively and qualitatively.ResultsOne hundred sixty ACP documents were received between April 2013 and December 2014, with numbers increasing for each consecutive 3-month time period. Advance directives were frequently documented (82%). Documentation rates of current problems in the social (24%), psychological (27%) and spiritual (16%) domains were low compared to physical problems (85%) at hospital I and II, but consistently high (> 85%) at hospital III. Of 545 documented anticipated problems, 92% were physical or care related in nature, 2% social, 5% psychological, and < 1% spiritual. Half of the anticipated non-physical problems originated from hospital III.ConclusionsHospital-initiated ACP documentation by a patient’s clinical healthcare team is feasible: the number of documents received per time period increased throughout the study period, and overall, documentation rates were high. Nonetheless, symptom documentation predominantly regards physical symptoms. With the involvement of specialist palliative care nurses, psychological and spiritual problems are addressed more frequently. Whether palliative care education for non-palliative care experts will improve identification and documentation of non-physical problems remains to be investigated.Electronic supplementary materialThe online version of this article (10.1186/s12904-018-0331-3) contains supplementary material, which is available to authorized users.
Oncologieboek: onder deze weinig aan duidelijkheid overlatende titel gaf het Integraal Kankercentrum Midden-Nederland (IKMN) voor het eerst in 1992 oncologische richtlijnen voor de dagelijkse praktijk uit. Sinds de herziening van het boek in 1996 vond de redactie in de vele ontwikkelingen in de oncologische zorg aanleiding in 2002 het oncologieboek in gewijzigde vorm opnieuw uit te brengen in twee kloeke delen.Deel 1 bevat de actuele richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van alle vormen van kanker. De medische, verpleegkundige en psychosociale aspecten komen per tumorvorm geı¨ntegreerd aan bod. Een apart hoofdstuk over bijwerkingen van radiotherapie is toegevoegd. Dit levert een overzichtelijk naslagwerk op, waarin iedere tumorvorm van epidemiologie tot en met prognose wordt beschreven. De meer specialistische onderdelen, zoals de TNM-classificatie en de verschillende behandelvormen zijn handig om specialistenbrieven te doorgronden. Het boek levert per tumorsoort vooral een totaalbeeld op waarmee de huisarts goed de state of the art kan overzien en adequaat in kan gaan op de vele vragen die in de spreekkamer gesteld worden.Deel 2 gaat over palliatieve zorg: bij uitstek het terrein van de huisarts. In tegenstelling tot het eerste deel is deze richtlijn klachtgericht geschreven. Het resultaat is een volledig overzicht van de huidige kennis op het gebied van de symptoombestrijding in de palliatieve fase. De achtergrond van de klachten wordt overzichtelijk beschreven, maar het zijn vooral de vele praktische adviezen die het boek onmisbaar maken. Het hoofdstuk over pijn bijvoorbeeld beschrijft de subcutane toediening van morfine op een manier die voor de huisarts direct toepasbaar is, inclusief de medicamenten waarmee de morfine in dezelfde cassette te combineren is. Een ander voorbeeld is de uitvoering van de ascitespunctie, die heel goed in de thuissituatie verricht kan worden.Het hoofdstuk over depressie gaat ook in op de plaats van methylfenidaat en krijgt extra diepgang door Verhagens casus van de oude boer. In het hoofdstuk over de bestrijding van jeuk wordt de betekenis van SSRI's beschreven.De ontwikkelingen gaan snel. Zo bevat het hoofdstuk over euthanasie een klein kadertje over de SCEN-artsen. Hier wordt nog niet aangegeven dat ze overal in het land voor consultatie en steun beschikbaar zijn, maar dat is een detail.Een kanttekening tot slot. Palliatieve zorg is vooral anticiperende zorg. Al is dat her en der tussen de regels door te lezen, aparte aandacht voor deze benaderingswijze had in dit deel niet misstaan. De delen zijn beide voorzien van een synoniemenlijst en een index. De huisarts is steeds meer de specialist in palliatieve zorg. Het Oncologieboek hoort dan ook in iedere spreekkamer onder handbereik te liggen. De tumorspecifieke richtlijnen zijn overigens ook beschikbaar op www.oncoline.nl. Aan de digitale beschikbaarheid van de richtlijnen palliatieve zorg wordt gewerkt.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2025 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.