This article analyses how the monies generated for, and from, corporate financial crimes are controlled, concealed, and converted through the use of organisational structures in the form of otherwise legitimate corporate entities and arrangements that serve as vehicles for the management of illicit finances. Unlike the illicit markets and associated 'organised crime groups' and 'criminal enterprises' that are the normal focus of money laundering studies, corporate financial crimes involve ostensibly legitimate businesses operating within licit, transnational markets. Within these scenarios, we see corporations as primary offenders, as agents, and as facilitators of the administration of illicit finances. In all cases, organisational structures provide opportunities for managing illicit finances that individuals alone cannot access, but which require some element of third-party collaboration. In this article, we draw on data generated from our Partnership for Conflict, Crime, and Security Research (PaCCS)-funded project on the misuse of corporate structures and entities to manage illicit finances to make a methodological and substantive addition to the literature in this area. We analyse two cases from our research-corporate bribery in international business and corporate tax fraud-before discussing three main findings: (1) the ostensible legitimacy created through abuse of otherwise lawful business arrangements; (2) the effective anonymity and insulation afforded through such misuse; and (3) the necessity for facilitation by third-party professionals operating within a stratified market. The analysis improves our understanding of how and why business offenders misuse what are otherwise legitimate business structures, arrangements, and practices in their criminal enterprise.
This article analyses the market dynamics of the misuse of ‘corporate vehicles’ in the management of finances generated from, and for, organized, white-collar and corporate crimes. The term ‘corporate vehicles’ is a policy construct used to refer to legitimate, legal structures, like trusts and companies, that facilitate a range of commercial activities. Such vehicles also provide opportunities for those involved in serious crimes for gain to control, convert and conceal their illicit finances, usually with the assistance of professional intermediaries, such as lawyers or financial advisors. This article empirically investigates key market features (actors/providers, commodities/products, services) and conditions (supply, demand, regulation, competition), with particular focus on professional intermediaries and how they facilitate the control of other people’s dirty money.
Preventing and intervening in white-collar crimes: the role of law enforcement. In M. L. Rorie (Ed.), The handbook of white-collar crime (pp. 246-261). John Wiley & Sons Ltd.
In zijn rapport neemt de WRR krachtig afstand van een te strikte focus op handhaving door toezichthouders. De Raad plaatst kritische kanttekeningen bij 'de nieuwe strengheid' die veel toezichthouders de afgelopen jaren hebben getoond. 1 In plaats van bestraffing moeten toezichthouders op zijn minst op zoek gaan naar de juiste mix van overleg voeren en druk uitoefenen. Een eenzijdige nadruk op verticale controle doet namelijk geen recht aan de complexiteit en dynamiek van de samenleving. 2 De WRR bepleit daarom de maatschappelijke functie van toezicht centraal te stellen. 3 Dat betekent: voorbij de letter van de wet kijken en maatschappelijke problemen proactief benaderen en oplossen. Dat betekent ook oog hebben voor het maatschappelijke krachtenveld waarin ook private en interne toezichthouders actief zijn en aansluiten bij en gebruikmaken van toezicht op andere niveaus. 4 Dit is in de woorden van de WRR reflectief toezicht: 'toezicht dat signaleert, agendeert, kennis deelt en actief feedback geeft'. 5 De visie van de WRR weerspiegelt het gedachtegoed zoals dat de afgelopen twintig jaar is ontwikkeld binnen de theoretische stroming responsive regulation (hierna: RR). Deze benadering kan worden gesitueerd in het gelijknamige boek Responsive Regulation, transcending the deregulation debate dat in 1992 werd gepubliceerd door de Amerikaanse econoom Ian Ayres en de Australische criminoloog John Braithwaite. 6 Sindsdien is RR niet alleen een van de invloedrijkste wetenschappelijke theorieën over toezicht en handhaving, 7 maar ook ongekend populair in de toezichtpraktijk. Vrijwel elke Nederlandse toezichthouder hanteert een variant van de zogeheten handhavingspiramide: het escalatiemodel voor interventies zoals gepresenteerd door Ayres en Braithwaite. Het adagium speak softly while carrying a big stick 8 is in Nederland door veel toezichthouders vertaald als 'zacht waar het kan, hard waar het moet' of vergelijkbare motto's. 9 Ook in het WRR-rapport neemt de handhavingspiramide een belangrijke plaats in.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.