De vorige afleveringen van dir dee! zijn besproken in Bijdragen, Tijdschrift voor filosofie en rheologie, 40(1979)78v.; 42(1981)203,309. Mer deze aflevering is her derde dee! volrooid (hmr-ytr). Belangrijke artikelen in deze aflevering zijnyrh III ('onderrichren'), maar zonder bespreking van tara, dar een apart art ike! krijgt (Wagner); y"rusalayim, maar zonder de rheologische as pecten, die in her art ike! [iyyon rer sprake zullen komen (Tsevar);yrJ (Lohfink),_yifra'e/ (Zobel) enyf (Sawyer). Her wekr verbazing dar de twee genoemde onderwerpen uit de artikelen gehaald zijn, waar men ze verwachr. A Is bijyrh III rer sprake komen de bede in her individuele klaaglied, dar God de psalmist zijn weg moge leren, en revens de priesrerlijke onderrichring, dan liggen daar roch de aanknopingspunren voor tara, dar evenrueel we! apart, maar dan in onmiddellijke aansluiring op de bespreking van her werkwoord had moeren volgen. Als men onder y"ruJalayim we! de volgende paragrafen aantrefr: "Jerusalem von JHWH gegriinder und erwahlt/ Heilige Stadt und heiliger Bergj. .. Das kiinfrige JerusalemjPersonliches Verhaltnis des Einzelnen zu Jerusalem", vraagt men zich af war men bij de rheologische as pecten onder Iiyyon nog meer verwachten kan. Dir neemt niet weg dar her artikel Jerusalem' zeer welkom is, nier aileen omdar dir onderwerp in vee! sysremarische woordenboeken mager bedeeld is, maar ook omdat hier de betekenisontwikkeling van de naam verbonden is aan de geschiedenis van de stad (niet aan een moeilijk re verrichren darering van de reksren), waarbij her misschien verrasr dar de jebusirische oorsprong van de stad, mer zijn gevolgen voor de culrusgeschiedenis, als ongefundeerd verworpen wordt.-Her artikel overyrJ is een fraai voorbeeld hoe een woordenboekarrikel door een glasheldere opbouw en goed evenwicht tussen beknoptheid en monografische srijl boeiende lecruur kan zijn. Her eersre dee! beschrijft her lexicografische bestand van her materiaal, her rweede biedt een diachrone sysrematisering van de eerder verkregen lexicale categorieen, maar wijsr een genetisch-semasiologisch schema van de hand (contra Schmidt in ThHAT). Hierbij zal her de aandacht rrekken dar yrJ in de predeureronomistische rheologie van belofte en land in de Pentateuch ontbreekt en eigenlijk pas in de vroegere fase van Jozua en Richteren alsmede in her narratieve schema van Deur. 1-Joz. 22, op verschillende wijze overigens, status van rheologische rerminologie verwerft.-Her is instructief her artikelyrJ mer dar overyJb (Gorg) re vergelijken en de verschillen in opzet re noteren. Her laarsre artikel gaar uir van de algemeen semirische morfologie van de sram ( 10 13v.) en beschrijfr dan de 'Semkern', in een meer srructuralistische dan fenomenologische semiologie (1016v.). Niet aileen de methode van semantiek verschilr, maar ook die van 'rheologie'. De classificarie "menschlichesyJb" en "gorrlichesyJb" vervangr hier die van 'profaan' en 'religieus', die men elders vindt (niet bijyrS), maar daarmee verdwijnt ook de paragraaf "rheologischer Gebrauch' (vgl.yrh I...
