Door het combineren van verschillende bronnen : mobilisatielijsten, haardtellingen, diverse fiscale bronnen enz... slaagt de auteur erin een overzicht van de Vlaamse demografie tijdens de late middeleeuwen te schetsen. Na de bespreking van de bekende gegevens voor de grote steden (Gent, Brugge en leper), voor de kleinere steden en kasselrijen en na een evaluatie van de plattelandsbevolking ten overstaan van de totale bevolking, kunnen volgende bevindingen geformuleerd worden. Vooreerst tekenen zich duidelijk onderscheiden bevolkingszones af in de Zuidelijke Nederlan-den : zowel Vlaanderen als Holland treden als moderne economieën in de zin die F. Braudel aan dit begrip hecht aan. Ofschoon er binnen elke zone aanzienlijke verschillen inzake bevolkings-dich-theid voorkomen, lijkt een totaal van 34% stedelijke bevolking algemeen voor de Nederlanden. Ver-volgens is er het dichte netwerk van stedelijke centra, een patroon dat in Vlaanderen door de reu-zensteden die een stedelijke leegte rondom zich gecreëerd hebben, doorbroken wordt. Tenslotte dient de tijdsfactor in rekening gebracht : hierbij blijkt de stedelijke demografie een sterk dynamisch fenomeen dat zich op het ritme van economische en/of administratieve toevalligheden en van inters-tedelijke migraties voortbeweegt.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.