BackgroundA good understanding of the aetiology and development of burnout facilitates its early recognition, prevention and treatment. Since the prevalence and onset of this health problem is thought to differ between men and women, sex must be taken into account. This study aims to assess the prevalence and development of burnout among General Practitioners (GPs). In this population the prevalence of burnout is high.MethodsWe performed a three-wave longitudinal study (2002, 2004, 2006) in a random sample of Dutch GPs. Data were collected by means of self-report questionnaires including the Maslach Burnout Inventory. Our final sample consisted of 212 GPs of which 128 were male. Data were analyzed by means of SPSS and LISREL.ResultsResults indicate that about 20% of the GPs is clinically burned out (but still working). For both sexes, burnout decreased after the first wave, but increased again after the second wave. The prevalence of depersonalization is higher among men. With regard to the process of burnout we found that for men burnout is triggered by depersonalization and by emotional exhaustion for women.ConclusionsAs regards the developmental process of burnout, we found evidence for the fact that the aetiological process of burnout, that is the causal order of the three burnout dimensions, differs between men and women. These sex differences should be taken into account in vocational training and policy development, especially since general practice is feminizing rapidly.
This study aimed to develop and test a specific pattern of relationships between job demands, job resources and person-related factors on the one hand, and the three burnout dimensions on the other, among Dutch General Practitioners. In addition, we aimed to test whether gender differences exist in this regard. Based on several theoretical models such as the Job Demand-Control model and the Job Demands-Resources model of burnout as well as a review of burnout studies among physicians, we formulated a research model of burnout. The research questions were answered by means of self-report questionnaires using a full panel design with two waves. Crosslagged panel analyses indicated that the causal direction of the relationships between demands, resources and person-related factors on the one hand, and burnout on the other is reciprocal. In addition, multi-sample analyses revealed that the pattern of relationships between job demands, job resources, person-related factors and burnout is different for men and women, although results are less clear at the second measurement point. Among other things, we recommend anticipating in a gender sensitive way on risk factors for burnout and motivation loss for young professionals by coaching and empowerment in vocational training.
The positive self-reported health status of general practitioners might reflect the high standards of the medical profession, which make physicians reluctant to show their own vulnerability. This might result in fewer, but more serious cases of (mental) illness among GPs as compared to the general population.
Regelmatig verbaas ik mij over de wonderlijke tegenstelling tussen de verhalen over een schrijnend artsentekort enerzijds en de verkwisting van menselijk kapitaal van vooral vrouwelijke artsen anderzijds. Terwijl het veld schreeuwt om gemotiveerde artsen en de betekenis van inspirerende rolvoorbeelden genoegzaam bekend is, zie ik in mijn omgeving, de academische geneeskunde, tal van getalenteerde, hoogopgeleide collegae afknappen of afhaken. Kwaliteit en talent waaraan vanuit het perspectief van gezondheidszorg toch een schreeuwende behoefte is, lekt weg of komt nog nauwelijks tot uitdrukking in die medische kringen. Zo viel mij tijdens de NHGkaderopleiding Palliatieve zorg op dat nagenoeg alle mannelijke deelnemers praktijkvoerend zijn, maar dat een substantieel deel van de vrouwelijke huisartsen in allerlei onhandige of onconventionele arrangementen probeert een professionele bijdrage aan vak en gemeenschap te leveren. Veel vrouwen werken als waarnemer, hidha of hebben een of andere tijdelijke universitaire aanstelling: constructies met de beeldvorming van hulpje van de echte huisarts en met een weinig interessant toekomstperspectief of fatsoenlijke honorering. Het professionele zelfvertrouwen van deze vrouwelijke artsen lijkt hierdoor in te boeten. Soms zie ik intelligente, hoogopgeleide collegae veranderen in weifelende, onzekere en zich steeds maar weer verdedigende professionals. Vrouwen lijken wel in het defensief gedrongen te zijn.Een ander verbazingwekkend voorbeeld vind ik de bemensing van de kaderopleiding huisartsgeneeskunde van enige jaren geleden aan de Universiteit Maastricht.Met behulp van overheidsgelden kon een postacademische opleiding worden ingericht voor jong huisartsgeneeskundig kader, dat zich twee jaar mocht bekwamen in e´e´n of twee relevante klinische of andere kennisgebieden. Ook toen was al zichtbaar dat minstens de helft van de huisartsen van de toekomst uit vrouwen zou bestaan. Deze opleiding gold als een kweekvijver voor toekomstige topfuncties in de huisartsgeneeskunde van na 2000 en zou een voorbeeldrol gaan vervullen. Na enige tijd bleek het geselecteerde gezelschap uit 18 mannen en 2 vrouwen te bestaan. Nog gekker werd het toen ik jaren later een van die hooggekwalificeerde vrouwelijke collegae weer eens ontmoette en vernam dat zij nog steeds aan het solliciteren was naar een functie op haar niveau. Haar hoog gewaardeerde adviezen vonden weliswaar gretig aftrek, maar betaling of inkomen leverde dat nauwelijks op. Gelukkig bleken alle mannen redelijk goed terechtgekomen. Wat is er toch in het medische beroepsveld aan de hand? Is de huidige medische top blind voor het menselijk kapitaal van vrouwen? Voelen vrouwen zich niet aangesproken? Of speelt een chronisch gebrek aan innovatie en vernieuwing van het artsenberoep een rol?Lange tijd was het kritische bevragen van je eigen vakgebied met haar gewoonten en eigenaardigheden afkeurenswaardig en 'not done', omdat het snel wordt opgevat als disloyaal. Diversiteit onder artsen en variatie in arts-zijn lijken verdacht?! In haar lange e...
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.