ObjectivesThe aim of this study was to evaluate the association between integrated care and health-related quality of life (HRQOL) in a primary care practice population.DesignA cross-sectional survey study.SettingPrimary care practice population.ParticipantsA sample (n=5562) of patients in two general practitioner practices in the Netherlands.Primary outcome measuresThe Rainbow Model of Integrated Care Measurement Tool patient version and EQ-5D was used to assess integrated service delivery and HRQOL. The association between integrated care and HRQOL groups was analysed using multivariate logistic regression.ResultsOverall, 933 respondents with a mean age of 62 participated (20% response rate) in this study. The multivariate analysis revealed that positive organisational coordination experiences were linked to better HRQOL (OR=1.87, 95% CI 1.18 to 2.95), and less anxiety and depression problems (OR=0.36, 95% CI 0.20 to 0.63). Unemployment was associated with a poor HRQOL (OR=0.15, 95% CI 0.08 to 0.28). Ageing was associated with more mobility (OR=1.06, 95% CI 1.04 to 1.09), self-care (OR=1.06, 95% CI 1.02 to 1.11), usual activity (OR=1.03, 95% CI 1.01 to 1.05) and pain problems (OR=1.02, 95% CI 1.01 to 1.04). Being married improved the overall HRQOL (OR=1.60, 95% CI 1.13 to 2.26) and decreased anxiety and depression (OR=0.47, 95% CI 0.31 to 0.72). Finally, females had a poor overall HRQOL (OR=1.67, 95% CI 0.48 to 0.93) and more pain and discomfort problems (OR=1.47, 95% CI 1.11 to 1.95).ConclusionThis study shows for the first time that organisational coordination activities are positively associated with HROQL of adult patients in a primary care context, adding to the evidence of an association between integrated care and HRQOL. Also, unemployment, ageing and being female are accumulating risk factors that should be considered when designing integrated primary care programmes. Further research is needed to explore how various integration types relate to HRQOL for people in local communities.
Interventions that could be characterized as interactive small group meetings as well as interventions that involved the integration of mental health professionals in general practice led to a reduction of perceived barriers as well as an increase in the frequency of structural one-on-one contact. These findings add to the knowledge of which interventions have an effect on the collaboration between different health care providers.
In dit artikel wordt nagegaan of de maatregelen ter versterking van Vanaf 2001 ervaren huisartsen minder werkbelasting op het gebied van de GGZ door een sterkere ondersteuning van de tweede lijn, met name door de inzet van Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen. De huisarts oordeelt positiever over de samenwerking met de eerstelijnspsycholoog en blijft positief over de samenwerking met de tweedelijns GGZ. Huisartsen zijn minder scholing over GGZ onderwerpen gaan volgen. Het aantal verwijzingen naar de eerste en tweedelijns GGZ is onveranderd gebleven. Over de tijd lijkt de huisarts minder te investeren in het zelf behandelen van psychische problematiek, en meer te gaan investeren in een goede samenwerking met GGZ hulpverleners.Trefwoorden: huisartsenzorg, geestelijke gezondheidszorg, werkbelasting, samenwerking Inleiding Versterking van de eerstelijns Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) is sinds het uitkomen van de Beleidsvisie Geestelijke Gezondheidszorg in 1998 speerpunt van het overheidsbeleid. De overheid streeft er naar dat mensen met psychische en sociale problemen zo mogelijk in de eerstelijns GGZ behandeld worden en anders gericht verwezen worden naar de specialistische tweedelijns GGZ. Hulpverleners in de eerstelijns GGZ zijn de huisarts, het algemeen maatschappelijk werk (AMW) en de eerstelijnspsycholoog (ELP). Onder de tweedelijns GGZ vallen onder andere de Regionale Instituten voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG's), psychiatrie en psychiatrische afdelingen van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) en zelfstandig gevestigde psychiaters, psychotherapeuten en psychologen.Om de eerstelijns GGZ te versterken is in de eerste vijf jaar van deze eeuw een groot aantal maatregelen uitgevoerd (zie box 1).Het idee achter de versterkende maatregelen was dat ze een positieve invloed zouden uitoefenen op de behandelcapaciteit van de eerstelijns GGZ, op de samenwerking tussen eerstelijns partijen en tussen eerstelijns en tweedelijns GGZ en op de deskundigheid van de verschillende soorten hulpverleners in de eerstelijn. Toegenomen capaciteit, meer samenwerking en meer deskundigheid zouden ertoe moeten leiden dat meer mensen die in de eerstelijn behandeld kunnen worden daar ook daadwerkelijk behandeld zouden worden.De In de evaluatiestudie van Meijer et al.5 werd geconstateerd dat het pakket versterkende maatregelen conform de voornemens was uitgevoerd. Een aantal nagestreefde effecten werd ook bewerkstelligd. Er was sprake van een toegenomen capaciteit aan hulpverlening binnen de eerstelijn, de samenwerking tussen huisartsen en de ambulante GGZ was verbeterd, vooral door de inzet van Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen (SPV-en) en consultatieve psychiaters binnen de eerstelijn, en er werden, mede dankzij de inzet van die SPV-en, meer patiënten binnen een eerstelijns context behandeld.Minder verandering werd geconstateerd in de samen-
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2025 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.