PurposeThis paper aims to bridge the concepts of innovation and performance and to develop a framework to assess innovation and performance in food chains.Design/methodology/approachBased on an extensive literature search the paper identifies critical success factors (CSFs) and related indicators for innovation in food chains, on the one hand, and performance in food chains, on the other. Main CSF categories for innovation are: product, process, market and organization. Main CSF categories for performance are: efficiency, responsiveness, quality and flexibility. A chain process model is developed that enables one to identify main chain processes that impact on innovation and performance. A trade‐off matrix is constructed in which effects of innovations on performance and vice versa in typical chain processes can be identified.FindingsThis article reviewed available supply‐chain innovation and performance indicators and models and methods used to assess performance and innovation within fruit supply chains. Based on the existing literature a conceptual framework for assessing innovation and performance of companies in the European fruit supply chain has been developed. The framework consists of a supply chain process model and an innovation‐performance matrix which have been successfully applied to several cases along the apple chain in The Netherlands.Practical implicationsThe chain process model and matrix are applied in an integrated way to the Dutch fruit chain. An apple grower case and a fruit cooperative case are worked out. Managers in food chains can use the framework to assess their company's innovations and performances.Originality/valueThe paper aims to bridge the concepts of innovation and performance. Literature and research on this subject are minimal.

No abstract

Competentiegericht leren staat volop in de belangstelling van het onderwijs. Binnen het mbo wordt gewerkt aan een nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur. Ook in het vmbo wordt onderwijs op een andere, nieuwe manier vormgegeven. De eerste resultaten hiervan laten zien dat: leerlingen gemotiveerder dan voorheen aan het werk gaan en gemotiveerd blijven; zwakke leerlingen meer en beter presteren dan voorheen; leerlingen beter toegerust doorstromen naar het mbo omdat ze geleerd hebben zelfstandig te werken, hun werk beter kunnen plannen en geleerd hebben samen te werken. InleidingDe overgang van vmbo naar mbo blijkt voor veel leerlingen een struikelblok met ingrijpende gevolgen. Dit is niet alleen toe te schrijven aan de verhuizing naar een andere school. De overgang vmbo-mbo markeert ook de grens tussen gescheiden onderwijssystemen met een eigen achtergrond, traditie, regelgeving en bekostiging. Tegenwoordig is het vmbo terug in de beroepskolom. Toenemende aandacht voor buitenschools leren, programmatische aansluiting met mbo-opleidingen en de komst van leerwerktrajecten en assistent-opleidingen in het vmbo zijn signalen dat het vmbo weer aan beroepsgericht onderwijs wil denken. Ondanks de verschillen zijn er veel inhoudelijke overeenkomsten. De onderwijskundige visie, die de drijfveer vormt achter de hervormingen in het mbo, wint ook aan kracht in het vmbo. Noties over competentiegericht en constructivistisch leren, praktijkgericht en buitenschools leren en over de rol van de docent en de leerling zijn in beide onderwijssectoren vergelijkbaar. Competentiegericht lerenHet begrip 'competentiegericht leren' betekent niet voor iedereen hetzelfde. Een groep onderwijskundigen van de onderwijsverzorgingsinstellingen heeft geprobeerd tot een gezamenlijke definitie van competentiegericht leren te komen. Deze definitie luidt: 'Een competentie is de bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes geın-tegreerd en bewust in te zetten in verschillende (beroeps) situaties volgens een kwaliteitsstandaard'.SLO ontwikkelt in opdracht van het ministerie van OCW competentiegericht onderwijs voor het vmbo. Daarbij is gekozen voor een eigen vmbo concept. Uitgangspunten in dit concept zijn:1. de huidige examens vmbo, me´t de vaardigheden uit de preambule (algemene vaardigheden); 2. de nieuwe examens vmbo in ontwikkeling, waarin onderscheid wordt gemaakt in algemene en beroepsspecifieke vaardigheden; 3. het beroepsorie¨nterende karakter van het vmbo; 4. optimale inhoudelijke en didactische aansluiting met het mbo.Het vmbo moet voorbereiden op het competentiegericht onderwijs van het mbo. Dat houdt niet in dat het vmbo competentiegericht onderwijs op dezelfde manier aanbiedt als het mbo en dezelfde uitgangspunten hanteert. SLO heeft een concept ontwikkeld waarmee competentiegericht leren in het vmbo vorm gegeven kan worden. Nu eens geen theezakje waarvan telkens opnieuw onderwijs wordt gebrouwen, maar een eigen